Boekbesprekingen
Ariaan Baan en Jan Martijn Abrahamse Stanley Hauerwas. Een theologische biografie. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht; 143 blz.; € 14,99.
Volg als kerk in deze cultuur je eigen agenda en word geen deel van een maatschappelijke stroming. Wees een eigen gemeenschap en leef daar zoals Christus het bedoeld heeft. Zoals je daar leeft, leef je ook in de cultuur. Dan ben je dienstbaar aan de wereld, door om te zien naar de ander en vrede te stichten. Zo duidt Stanley Hauerwas (1940) de roeping van de kerk. Hij is een theoloog uit de Verenigde Staten en door Time in 2001 uitgeroepen tot Amerika’s beste theoloog. Hij stamt uit een methodistische kerk en heeft zijn leven lang aan een aantal universiteiten gewerkt. Ariaan Baan, predikant van de protestantse gemeente in Scheemda, en Jan Martijn Abrahamse, docent Systematische theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede en het Baptisten Seminarium in Amsterdam, schreven een fascinerende theologische biografie. Ze verbinden daarin zijn theologische ontwikkeling met zijn persoonlijke levensgang. Daarmee maken ze duidelijk hoe zijn levenservaring zijn theologie stempelde.
Hauerwas wordt geboren in een bouwvakkersgezin. De rauwheid en directheid daarvan hebben hem voor het leven gevormd. Aan het begin van zijn leven als theoloog zoekt hij wat een goed christelijk leven inhoudt. Dat is voor hem niet zozeer een leven waarin het gaat om wat je doet, namelijk het houden van Gods geboden. Het is ook geen leven waarin de christen zo uit genade leeft dat levensheiliging niet meer belangrijk is. Voor Hauerwas is de kern van het leven als christen dat zijn karakter steeds meer naar Gods bedoeling gevormd wordt. Daardoor gaat een christen goede dingen doen. Het is onder anderen Calvijn die Hauerwas op dit spoor zet. In een volgende fase van zijn theologische ontwikkeling ontdekt hij dat een christen de gemeente nodig heeft voor de vorming van zijn karakter. In de derde fase denkt Hauerwas na over de plaats van de gemeente in deze wereld. Hier blijkt dat Hauerwas’ denken zich sterk richt op de cultuur van de Verenigde Staten. Daar is de kerk volgens hem meestal bedoeld om de politiek te ondersteunen, of zij nu rechts-liberaal of links-liberaal is. De kerk heeft echter haar eigen roeping en moet christenen leren volgens de boodschap van Christus te leven en niet volgens die van politici. De kerk moet geen politieke macht uitoefenen. Zonder meer moeten christenen geen macht uitoefenen en afzien van geweld. Hauerwas zal zich dan ook fel keren tegen de oorlogszuchtige houding in Amerika na de aanslagen van 11 september 2001.
In de laatste fase van zijn theologische ontwikkeling benadrukt Hauerwas het belang van de liturgie. Karaktervorming is niet zozeer een eigen prestatie van een christen, maar vooral iets wat aan hem gebeurt door Jezus’ aanwezigheid in de dienst. In Zijn tegenwoordigheid veranderen zij.
Hauerwas houdt de West-Europese kerken een spiegel voor: in hoeverre is de kerk bezig met het behoud van een bepaalde (kerk)- cultuur of leeft zij midden in de wereld met haar eigen agenda en zo (ook kritisch) ten dienste van de wereld? Hauerwas kan helpen om als minderheid in deze wereld Christus’ agenda te volgen en te ontdekken hoe je tegelijkertijd de wereld dient. Juist ook als de kerk niet meer de volkskerk van vroeger is.
Hauerwas’ nadruk op karaktervorming is waardevol. Zij behoedt voor wetticisme en moralisme. De nadruk op dat karaktervorming aan je gebéúrt, zorgt voor bescheidenheid over je eigen vermogens en voor afhankelijkheid van de Heilige Geest én van de kerk. Tegelijk zorgt het voor hoop: karaktervorming is mogelijk.
Het valt op dat Nederlandse auteurs aan het eind van het – overigens niet heel eenvoudige – boek vooral kritische opmerkingen maken. Het was waardevol geweest als zij vooral het belang van Hauerwas’ denken voor nu duidelijk gemaakt hadden. Met het oog op hoe je als gevestigde, traditionele kerken je weg vindt naar een minderheidsof zelfs marginale positie, is er namelijk veel van hem te leren.
Dr. B.J.D. van Vreeswijk, Scheveningen