column
Bijbelspel
Kunt u mij Adam, de man, door God geformeerd uit het stof der aarde' geven?'
Blij als een kind pakte ik het pakje uit. Via catawiki had ik beslag gelegd op het ‘Kwartetspel met 72 Bijbelsche persoonsnamen’. Als ik het goed heb, dateert het van omstreeks 1925. Uitgever was N. Rot in Apeldoorn. In zijn winkel aan de Loolaan verkocht hij boeken, bijbels, wandplaten, ansichtkaarten en nog veel meer papierwerk.
Hoe kwam Rot op het idee van een bijbels kwartetspel? Zelf behorend tot de Vergadering van Gelovigen, liet hij zich mogelijk inspireren door een Joodse godsdienstonderwijzer over de grens. In 1920 verscheen het Biblisches Quartettspiel van Simon Unna uit Frankfort aan de Main. Hij bedacht iets ter ontspanning voor de ‘rijpere jeugd’, om tegelijk de kennis van de Joodse traditie te bevorderen.
Doorsnee protestanten hadden het vanouds niet op zoiets als een kaartspel. Maar in de negentiende eeuw raakten geloof en commercie op alle mogelijke manieren met elkaar verstrengeld. Boekjes, plaatjes, borden en kaartjes met bijbelse boodschappen en voorstellingen vonden gretig aftrek. De Rotterdamse uitgever J.M. Bredée leefde helemaal van het rijke protestantse leven in huiskamers, zondagsscholen en verenigingslokalen. In 1929 bracht ook hij een Bijbelsch Kwartetspel op de markt.
Een ethisch-hervormd theoloog vond het maar niks. ‘Men stelle zich voor, dat dit spel door kinderen wordt gespeeld, waarbij dus de een aan de ander vraagt: geef mij… en dan volgt de bijbeltekst. Zouden er werkelijk christenouders zijn, die toelaten, dat in hun huiskring de Bijbel op deze wijze wordt misbruikt?’
Die christenouders waren er, juist in orthodox-protestantse kring. Wie had toen kunnen denken dat de Jeugdbond der Gereformeerde Gemeenten nog eens zijn duizenden zou verslaan met ‘verantwoorde gezinsspellen’ als Kwistet, Denk & Doe en Wie-weet-wat? Beperkten Rot en Bredée zich nog tot woorden, de JBGG voorzag de kaartjes rijkelijk van plaatjes.
Tegenwoordig zijn het geen Bible Games, ofwel bijbelse spellen, die de reformatorische ‘rijpere jeugd’ aan beeldscherm en toetsenbord kluisteren. Misschien verlangen christenouders terug naar de gezelligheid van die oude nieuwigheid. Je zou nog heimwee krijgen naar iets wat ooit verdacht modern leek. Heb jij voor mij ‘De man, die van kindsbeen af de Heilige Schriften’ kende?
Fred van Lieburg