blog
Bidden, zwaar werk dat rust geeft
Van Maarten Luther zijn de woorden: Het geschenk van de rechtvaardiging door geloof alleen komt ten volle tot bloei als het leidt tot geestelijke oefening in en van het gebed. Zijn uitspraak laat zien dat de kern van de Reformatie ook betekenis heeft op de biddag voor gewas en arbeid.
De Reformatie beoogde geen nieuw begin te zijn of een breuk met de kerk, maar een terugkeer naar de eerste eeuwen van het christendom. Het blijkt opnieuw als we de woorden van Luther over rechtvaardiging en gebed leggen naast wat Chrysostomos, de aartsbisschop van Constantinopel, zei: ‘De rechtvaardige stopt pas met bidden op het moment dat hij ophoudt rechtvaardig te zijn.’
Eerst nog een woord van Luther: ‘Christenen weten dat goed bidden het hoogste en zwaarste werk op aarde is, hoogste dienst voor God en oefening van het geloof.’ Waar we vorige week in De Waarheidsvriend aandacht voor de betekenis van de Reformatie vroegen, maakt de reformator uit Wittenberg het ons gemakkelijk om de link te leggen naar het gebed.
Biddag als oase
Biddag voor gewas en arbeid – volgende week hopen we als gemeente samen te komen, een oase in een voor veel mensen vol leven. Mantelzorger of bijstandsmoeder, geslaagd ondernemer of onzekere student: omdat we allen mens zijn voor Gods aangezicht, kunnen we het gebed niet missen.
Die biddag is zowel bestemd voor het gebed zelf (allereerst) alsook voor bijbels onderwijs over het gebed. Dat het gezamenlijke gebed van de gemeente meer is dan de optelsom van ieders individuele gebed tot God, leren we uit Handelingen 12, het hoofdstuk dat verhaalt over Petrus, die bewaakt wordt in de gevangenis. ‘Maar door de gemeente werd voortdurend voor hem tot God gebeden.’
Onderwijs over het gebed heeft de gemeente in Jeruzalem ook nodig. Want toen Rhodé, het dienstmeisje, kwam vertellen dat de apostel bevrijd was, kreeg ze te horen dat ‘zij buiten zinnen was’. Wat zegt dit over het gebed als we geen opmerkzaam hart hebben dat erop let hoe God antwoordt?
Gebedsonderwijs
Gebed als het zwaarste werk op aarde – is het om die reden dat er soms eerder mensen te vinden zijn die helpen om de opening van het winterwerk te organiseren dan dat mensen trouw naar de gebedskring komen? Op de biddag mogen we discipline en volharding in onze gebeden leren, nodig omdat het gebed behoort tot de geestelijke strijd in het leven van een christen. Waarom? ‘Omdat het vlees zwak is en de duivel niet vrij neemt of slaapt, maar het goede gebed met grote sluwheid en uit alle macht belemmert.’ (Luther)
Het is goed als elke kerkenraad zichzelf de vraag stelt op welke plaatsen in de gemeente jongeren en ouderen gebedsonderwijs ontvangen. Laten we immers niet denken dat hier automatismen in het spel zijn. Waardevol zijn de catechese-uren waarin jongeren ook zelf tot God spreken.
Zoals de kinderen
Wie als vader zijn verantwoordelijkheid als priester in het gezin verstaat, zal dagelijks in het gebed voorbeeldig gedrag tonen én de voorbede voor zijn gezinsleden persoonlijk beoefenen. Luther bleef hierin zelf bij de gebedspraktijk die hij kinderen leerde: ‘Wanneer ik voel dat ik koud en onwillig ben om te bidden, neem ik mijn psalmboekje en vang aan de Tien geboden, de geloofsbelijdenis en, zover ik tijd heb, enige woorden van Christus, van Paulus of uit de Psalmen mondeling bij mijzelf te spreken, juist zoals kinderen doen.’
Ik las over een man die opmerkte dat zijn gebed inniger geworden was sinds hij niet alleen in eigen woorden bad maar ook een gebedenbundel gebruikte, om woorden van andere na te zeggen en zo te laten verinnerlijken. Waardevol is dat.
***
Gebed van Jezus
In dit verband kunnen we veel leren als we overdenken hoe het leven van de Heere Jezus door het gebed gedragen is. In Zijn bittere lijden heeft Hij, aldus onze catechismus, heel de tijd van Zijn leven, maar in het bijzonder aan het vloekhout van het kruis de toorn van God tegen de zonde van het gehele menselijke geslacht gedragen. Het avondmaalsformulier spreekt in dit verband over de ‘allerdiepste versmaadheid en angst van de hel’. Zou de Heiland dit zonder gebed vol hebben kunnen houden? Nee, de innige band met Zijn hemelse Vader was juist de dragende grond van Zijn leven.
Aanbidding
Het is vanwege dit lijden én de opstanding van Gods Zoon dat er een geopende toegang is. Alleen omdat ‘wij een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan’, mogen wij met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade. In de woorden van de schrijver van de Hebreeënbrief is dit geen feitenrelaas, maar klinkt er aanbidding in door.
Verwonderd zijn we dan dat de weg van het gebed er is. ‘Ach, hemelse Vader, lieve God’, bad Luther, ‘ik ben een onwaardige, arme zondaar, niet waard dat ik mijn ogen of handen tot U ophef. Maar U hebt ons geboden te bidden, door uw lieve Zoon, onze Heere Jezus Christus, zo kom ik op Uw gebod tot U, om U gehoorzaam te zijn, en vertrouw op Uw genadige beloften.’
Toevlucht
Het wonder van het gebed ervaar je het meest als de nood in je leven het hoogst is. Dezer dagen woonde ik een rouwdienst bij waar psalmen gezongen werden die even bekend als diep zijn. Dan, bij groot verdriet na een onverwachts overlijden, besef je extra wat een leven zónder gebed zou zijn, naar wie je toe moet als je niet zou kunnen zingen:
God is mijn toevlucht in het lijden.
Vertrouw op Hem, o volk, in smart,
stort voor Hem uit uw ganse hart:
God is een toevlucht t’ allen tijde.
En wie dit in ‘goede dagen’ niet leert, zal het in ‘kwade dagen’ niet zingen.
Dankoffer
Als we volgende week als gemeente van Christus bidden om Zijn zegen over het werk van onze handen, als we bidden om de vrucht van het land, is het goed te bedenken dat in het leven van Gods kinderen bidden en werken samenvallen kunnen. Hieronymus, een van de grote kerkvaders van het Westen, zei ooit dat ‘al het werk van de gelovige gebed is’ en dat ‘wie getrouw arbeidt, dubbel bidt’.
Ook deze gedachte komen we bij Luther tegen, namelijk dat ‘een gelovig mens bij zijn arbeid God vreest en eert en aan Zijn gebod denkt, om niemand onrecht te doen, noch te stelen of zich te bevoordelen of te verduisteren. Zulke gedachten en zulk geloof maken zonder twijfel van zijn werk een gebed en een dankoffer daarboven.’
Zo nauw luistert het als we weten dat heel ons leven voor het aangezicht van God een plaats heeft. Dát is (1 Thess.5:17) ‘bidden zonder ophouden’, dat is (Psalm 1) ‘dag en nacht de wet van God overdenken’.
Psalm 145
Ondanks industrialisatie en automatisering, ondanks toegenomen medische kennis is de kwetsbaarheid van elke burger in 2017 groot. Met David (Psalm 145:15,16) blijven we daarom belijden: ‘De ogen van allen wachten op U, U geeft hun hun voedsel op zijn tijd. U doet Uw hand open en verzadigt al wat leeft, naar Uw welbehagen.’ Bidden op deze wijze is het koningschap van God belijden.
In de Joodse traditie moest je deze psalm van vooraf aan opnieuw opzeggen als het zestiende vers gedachteloos uitgesproken was. Om dat te voorkomen, maakten veel bidders een gebaar en openden zij bij vers 16 hun eigen hand. Een mooie symboliek schuilt daarin, namelijk dat God Zijn handen voor anderen opent doordat wijzelf (door)geven wat we ontvingen. Bidden en danken, nooit zijn ze te scheiden.
Afhankelijk
Wie oude mensen ontmoet, ziet hun (toenemende) afhankelijkheid. Het is een proces om dat te aanvaarden. Geldt het aangewezen zijn op hulp niet iedereen die bidden geleerd heeft? Bidden is voor hulpelozen, voor mensen die ontdekt hebben dat ze zichzelf niet helpen kunnen. Bidden is een laatste toevlucht, ‘als er niemand is die naar mij omzag’ (Ps.142), dan zegt David: ‘Tot U roep ik, HEERE.’
De Noorse dominee Ole Kristian Hallesby zei het in zijn boek over bidden zo: ‘Uw hulpeloosheid is uw beste gebed.’
P.J. Vergunst