Waar bent u naar op zoek?

column

Ben je daar weer?

19-05-2015

Twee voetjes in gele klompjes lopen gezellig op de keukenvloer van de boerderij. Terwijl ik mijn yoghurt met cruesli aan de keukentafel eet, kijk ik hoe het kleine meisje statig rondstapt achter de rieten kinderwagen.

Dit is het leuke als je in een kostgezin woont, dicht bij school en toch de gezelligheid. Na het eten soms nog even voorlezen aan de kinderen voordat het studeren weer begint en ’s ochtends tijdens het (late) ontbijt op een vrije dag het vrolijke gekwebbel van de kleinste.

Tot ze bedenkt dat ze naar buiten wil. Nu, en niet pas over een halfuur. De klompjes zijn toch immers al aan? ‘Uite?’ vraagt ze, haar gezichtje omhoog naar mama. ‘Nee, nog even wachten meid.’

Maar ook kleine mensen houden niet echt van wachten.

‘Neee’, zegt ze dan ook parmantig. Ze laat de kinderwagen staan en klepper-de-klepper, ze stampt de drempel over, wiebelt even maar blijft toch staan, en vervolgt haar weg de gang in naar de kapstok.

De deur valt achter haar dicht, de oude houten grendel glijdt in de uitgekerfde gleuf.

We horen haar voetstapjes doorgaan tot aan de kapstok, haar stemmetje nog een keer zachtjes ‘nee…’

Dan blijft het even stil. Schoorvoetend komen de stapjes weer dichterbij, gerommel aan de deur. Maar voorlopig is ze nog te klein om bij de grendel te kunnen. ‘Mama, mama?’

Mama loopt met een glimlach naar de deur, schuift de grendel uit de gleuf en doet voorzichtig de deur open, zodat het meisje niet gelijk omvalt. ‘Ben je daar weer?’

Ik vind het mooi. Het doet me denken aan ons, grote mensen. Wij, die ook zo statig weglopen omdat we het zelf wel weten of omdat we God niet nodig hebben. Tot de deur dichtvalt en we beseffen dat we alleen zijn. Helemaal alleen.

Maar de deur is nog niet voor altijd in het slot. Klopt, en u zal opengedaan worden.

Martine de Wit