God geeft vele gaven aan Zijn kerk, uit genade. Een van de opvallende gaven is de gave van de profetie, en daarmee het bestaan van profeten. Wat kenmerkt profeten? Wat zijn profeten nu? Ik werk drie lijnen nader uit: profetie in de Bijbel, profetie als prediking en profetie als voorzegging.
We komen in de Bijbel vele profeten tegen. Door middel van de profeten komt het Woord van God tot ons en maakt God Zich aan ons bekend (Am.3:8). Aartsvaders zijn daarmee profeten (Gen.49). Ook Mozes, de grote leider van het volk Israël, wordt profeet genoemd. Profeten zijn dus woordbemiddelaars tussen God en Zijn volk. Ze leveren het Woord van God nauwkeurig over, mondeling en schriftelijk. Daarnaast leggen ze het Woord van God uit. Wat ze ontvangen, passen ze toe.
Profetie in de Bijbel
In profetie ontvouwt God Zijn plan tot verlossing van zonde en schuld, te beginnen bij de moederbelofte (Gen.3:15). Hij geeft een weg uit de zonde en zorgt voor hét Nageslacht, de Verlosser. Op grond van deze belofte volgen vele andere beloften. Christus is het middelpunt van profetieën. De grondtoon van de oudtestamentische profetie wordt bepaald door de hoogste Profeet en Leraar, Die Mozes in het boek Deuteronomium aankondigt (Deut.18:15). De profetieën van Maleachi zijn de laatste.
In het Nieuwe Testament gaat de profetie voort. We horen bijvoorbeeld over mensen die in de tempel profeteren: de priester Zacharias, maar ook Simeon en Anna. Met de uitstorting van de Heilige Geest op de pinksterdag in Jeruzalem horen we van de vervulling van de profetie van Joël. Oudtestamentische profetie en nieuwtestamentische profetie zijn in de grond van de zaak hetzelfde: Christus is het hart van de profetie. Profeteren is meer dan preken; het is een rechtstreeks door God geïnspireerde verkondiging.
De Heere Jezus kondigt dit aan op de dag van Zijn hemelvaart (Hand.1:8). De brieven van het Nieuwe Testament vormen hier de weerslag van. Deze brieven zijn geschreven door apostelen, het onherhaalbare ambt (zie deel 1). Profetieën behoren bij een onvolmaakte kerk; ze zullen tenietgedaan worden (1 Kor.13:10). In de ontmoeting met Christus in Zijn toekomst verbleken ze. We zien dus ook in het Nieuwe Testament dat heilsprofetieën een einde nemen. De Bijbel is voltooid.
"*" geeft vereiste velden aan