column
Babyboem
Op de racefiets moet je je wel gedragen. Ik heb dus een bel op mijn fiets, zeg bedankt als mensen me er langs laten en verbeeld me niet dat ik de Tour de France aan het fietsen ben.
Een poldermentaliteit dus. Je wint er geen koersen mee, maar komt wel veilig thuis.
Mijn ervaring is dat andere mensen net zo goed rekening houden met mij: ze gaan keurig een stukje aan de kant. Weinig dingen zo Nederlands als elkaar een beetje ruimte gunnen. Waarom ook niet? Toch zijn er af en toe mensen die niet of nauwelijks ruimte willen maken. Vrijwel altijd zijn dat babyboomers die met hun elektrische mannetje- en vrouwtjefietsen over onze fietspaden
Met ouderdom zal het wel niet te maken hebben, want meestal maken mensen van een nog wat oudere generatie wél ruimte. Zou het dan toch een kwestie van mentaliteit zijn? Als er één generatie de naam heeft moeilijk ruimte te kunnen maken voor anderen, is het wel de babyboomgeneratie. Zie ook de opkomst van een politieke partij als 50Plus, die enkel opkomt voor de belangen van oudere generaties. Jongere generaties zijn niet zo talrijk en niet zo georganiseerd en hebben dus het nakijken.
Nu lijkt het misschien alsof ik ruzie zoek met een complete generatie tegelijk. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn, en de meeste babyboomers geven anderen ruimte genoeg. En ook met degenen die dat niet doen, zou ik vrede willen sluiten. De royale hypotheekrenteaftrek, prepensioenen en dergelijke zijn hen gegund, maar zouden anderen dan misschien een metertje ruimte op het fietspad mogen? Het alternatief lijkt me dat er vroeger of later tóch een botsing komt.
Hopelijk lijkt de samenleving niet te veel op het fietspad. Anders lijkt een babyboem onafwendbaar.
A. Huijgen