Als je geen netwerk hebt
Met ingang van dit jaar verandert de zorg thuis ingrijpend. Mensen moeten een groter beroep op hun directe omgeving doen. Voor diakenen ligt er een belangrijke taak daar goed op in te spelen, schrijft Aart Peters.
Bij het lezen van alle informatie over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) was het eerste dat bij mij opkwam: ‘Ik heb geen netwerker…’ Net als bij de zieke in Bethesda die op de vraag van Jezus of hij gezond wilde worden, antwoordde: ‘Mijn Heer, ik heb geen mens…’ (Joh.5:6). Hij zei dit nota bene in Bethesda, dat ‘huis van barmhartigheid’ betekent. Maar er is niemand om te helpen. Er is geen netwerk dus. Er zullen vast wel genoeg helpers in Bethesda zijn geweest om de werken van barmhartigheid te doen. Maar nu net voor die ene niet. Toen kwam Jezus. Zijn daad werd een daad van levensbelang. Het was een teken van Zijn Koninkrijk. In het voetspoor van Jezus zijn diakenen geroepen tekenen van Zijn gerechtigheid te doen.
Er ligt een geweldige uitdaging voor het diaconaat vandaag om deel te nemen in een veranderingsproces binnen onze samenleving. Dit veranderingsproces wordt kort gezegd geduid als: einde verzorgingsstaat en deelnemen aan de participatiesamenleving. Wat betekent de nieuwe wetgeving voor de diaconie en voor de plaatselijke kerkelijke gemeente?
Dit veranderingsproces vraagt van de diaconie:
• Herbezinning op de plaats van de diaconie in gemeente én de samenleving.
• Een nog scherpere en kritische manier van kijken naar de plannen van de (plaatselijke) overheid.
Lees het volledige artikel in De Waarheidsvriend van 6 februari 2015.