Waar bent u naar op zoek?

blog

Rijk worden door te geven

Actie Kerkbalans

20-01-2015

Veel mensen maken in december hun giften nog snel in orde, al dan niet gestimuleerd door kerstgedachten over naastenliefde. Christelijke organisaties zijn er blij mee. Voor de kerk is januari de belangrijkste maand. Kerkbalans!

We zitten midden in de tijd tussen 18 en 31 januari, de weken van de actie Kerkbalans: de landelijke financiële inzameling voor de plaatselijke gemeente. Dat laatste is niet altijd helder, maar het gaat om de kerk op ons dorp, het voortbestaan van de kerkelijke gemeente in onze stad.

De website van ‘Kerkbalans’ verwoordt dat de kerk voor ieder een eigen betekenis heeft. Voor de één is het een gebouw in de stad, voor de ander een gemeenschap van gelovigen, voor een derde de plaats waar je geïnspireerd wordt tot het goede. En dit alles kost geld en moet mogelijk blijven. Graag had ik ook (en als eerste) vermeld gezien dat de kerk het huis van God is, de gemeente het lichaam van Christus. Hoe goed het is om als mensen na rampen in de wereld of leed in het eigen leven met elkaar stil te zijn, om rituelen te hebben om ons verdriet te uiten, de kerk is allereerst de plaats waar Jezus met zondaars samenwoont, waar de lofzang tot God gaande blijft, waar de liturgie gevierd wordt, om vandaaruit als christen in de samenleving te dienen.

Dankbaarheid

Op hoeveel plaatsen wordt er zondag gepreekt over een tekst als ‘Want God heeft een blijmoedige gever lief’, of vergelijkbare woorden? Dat zou niet alleen goed zijn, omdat blijkt dat betrokkenheid van de predikant veel betekent voor de (opbrengst van de) actie Kerkbalans. Dat is vooral van belang omdat ons financiële offer voor de kerk een geestelijke zaak is. De dankbaarheid van een christen staat op het spel. Dankbaarheid voor Gods onuitsprekelijke gave (2 Kor. 9:15), dankbaarheid voor Gods handelen in deze wereld door Jezus Christus. Daarbij staan we elke zondag stil.

Uit datzelfde hoofdstuk leren we dat de Heere de ‘blijmoedige gever’ liefheeft. Karigheid past niet bij het Koninkrijk én levert jezelf geen zegen op. De wijsheid van de Spreuken (11:24) laat dit zien: ‘Er zijn er die mild uitdelen en nog meer ontvangen, en er zijn er die meer inhouden dan rechtmatig is, maar het is tot gebrek.’ Of denk aan Hebreeën 13, waar ook verwoord wordt wat de Heere Jezus gedaan heeft – buiten de poort geleden, om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen – en waar de aansporing klinkt: ‘En vergeet het weldoen en het onderlinge hulpbetoon niet.’ Zulke offers behagen de Heere.

Liefde

Een offer mist zijn doel als de gezindheid waarmee gegeven wordt, niet goed is. God heeft niet elke gever lief, Hij heeft de blijmóédige gever lief. Het gaat om de liefde, om de liefde voor het huis van de Heere, de dienst van de Heere. Die staat op het spel als de lopers voor de actie Kerkbalans bij ons op de bel drukken. Een gift wordt een offer als ons hart betrokken is bij de gave. Daarop toetst God ons leven.

Het is de paradox van het Koninkrijk: rijk worden door veel te geven, rijk worden in goede werken (1 Tim. 6:18) en zo als christen in je toekomst te investeren.

Laatste fulltimer?

Ondertussen zijn deze weken spannend voor kerkenraden en kerkrentmeesters. In het ene dorp heeft de predikant dit najaar een beroep aangenomen en moet de vraag beantwoord worden of de vertrekkende dominee de laatste fulltimer zal zijn. In een andere plaats moet de gemeente keuzen maken en maakt Kerkbalans duidelijk of en hoeveel werk er teloor zal gaan. In dit verband ben je de laatste jaren meer dan voorheen blij als je leest dat een gemeente weer kan gaan beroepen. Die informatie is meer dan de mededeling dat alle voorbereidingen achter de rug zijn, die informatie is een teken van Gods trouw.

Die kerkrentmeesters zijn daarbij zelf verantwoordelijk, omdat ze meer doen dan de enveloppen met de gift openen. Zij hebben, als het goed is, een periode achter zich waarin ze de gemeente informeerden en vooral stimuleerden. Als het voor velen niet meer vanzelfsprekend is om geld aan de kerk te geven, blijkt dat uitleg waarvoor er geld nodig is van betekenis te zijn, met name voor een jongere generatie. Openheid over de financiën versterkt de motivatie om te geven – in de hoop dat de gift een offer wordt.

‘Mijn kerk’

Op basis van cijfers van vorig jaar is geconcludeerd dat twee derde van de gemeenten te maken heeft met daling van de inkomsten. Sinds enkele jaren gaan de woorden ‘minder mensen geven meer geld’ niet meer op. Een kwart van de gemeenten kent een stijging van inkomsten, een tiende van de gemeenten blijft gelijk.

Een winstpunt in het benaderen van kerkleden is dat dit jaar onderscheid gemaakt wordt tussen het benaderen van betrokken mensen (degenen van wie de afgelopen drie jaar een gift ontvangen is) en randkerkelijken. Daarom is het thema voor 2015 ‘Mijn kerk’. Dat betekent een inzet op verdieping bij de huidige gevers. Zo wordt tevens voorkomen dat het enige contact dat randkerkelijken met de kerk hebben, de vraag om een financiële bijdrage is, iets wat in de meeste gevallen niet helpend is voor het leggen van een inhoudelijk contact.

De Schriften openen

Inzet, zorgvuldigheid, communicatie – het zijn belangrijke sleutelwoorden in de uitvoering van de actie Kerkbalans, in de hoop dat de neergang van 2,5 procent van het vorige jaar zich niet verder doorzet. Dat de dienstenorganisatie van de kerk sinds 2013 Ondersteuning Plaatselijke Geldwerving kent, zal vast ook een duit in het zakje doen, dit project dat de geldwerving in de plaatselijke gemeenten wil optimaliseren. Persoonlijk contact vanuit de gemeente met al haar leden, dat blijft sinds de start in 1972 het geheim van Kerkbalans.

Niettemin, de boodschap van het Evangelie, die zal ons hart moeten raken. Ooit zeiden twee mannen uit het dorpje Emmaüs: ‘Was ons hart niet brandend in ons, toen Hij voor ons de Schriften opende?’ Zal dat voor ons niet evenzeer mogen gelden, als Zijn dienstknechten voor ons de Schriften openen?

Met David zingen we Psalm 26: ‘HEERE, ik heb lief het huis waar U woont, en de tabernakel, de woonplaats van Uw eer.’

P.J. Vergunst