Wat is de plaats en de betekenis van geloofsbeleving? Op 5 oktober organiseerde de Gereformeerde Bond een studiedag over dit thema in Woudenberg. Er waren twee hoofdlezingen, waarna de deelnemers uiteengingen in verschillende workshops. Bestuurslid dr. R.W. de Koeijer schreef een impressie.
Op God gericht
Prof. dr. H. van den Belt stelde in zijn lezing dat emotie bij het geloof hoort. In het Psalmboek komen allerlei uiteenlopende geestelijke ervaringen aan de orde, zoals berouw, verlangen, twijfel, hoop, dankbaarheid en blijdschap. Tegelijk is bijbelse geloofsbeleving meer dan losstaande gevoelens, want ze ontspringt aan de ontmoeting met de HEERE en aan de concentratie op Hem. Omdat Hij tegelijk verheven en nabij is, gaan ontzag en eerbied hand in hand met vertrouwen en verwondering. Gerichtheid op God is van groot belang in een tijd die vol is van een hang naar ervaring. Maar daarbij gaat het nogal eens om een geloof in je eigen geloof, om een ‘weten dat je door God bent aanvaard’. Dit ervaringsgeloof heeft geen fundament en zal uiteindelijk ook geen standhouden. Als het om beleving gaat, moeten we dus goed onderscheiden. Alleen de gemeenschap met Christus ‒ de centrale notie in de gereformeerde theologie ‒ is de vaste basis. Gemeenschap met Christus raakt je hele bestaan en dus ook je emoties. Dr. Van den Belt pleitte voor meer emotionele ruimte in de eredienst. We moeten oppassen voor een erg passieve beleving van de eredienst. Is het zo bevorderlijk dat de gemeente bijna de hele tijd zit?
Getuigen in [een?] belevingscultuur
Moeten we de hang naar beleving in onze tijd als negatief zien of juist als een mogelijkheid? Dr. C.M.A. van Ekris, die de tweede lezing verzorgde, koos voor de tweede optie. Op het terrein van de ervaring blijken met name jongeren en jongvolwassenen een weg te zoeken in de veelheid aan stemmen en prikkels. Tegelijk is er een geestelijke leegheid die zoekt naar nieuwe ervaringen. Juist op dit kruispunt is het mogelijk om tijdgenoten te ontmoeten. Er ligt een uitdaging om helder te maken wat het geloof voor ons betekent. We vinden dit nogal eens lastig, terwijl er juist een luisterend oor is voor ervaringsverhalen. Durven we te getuigen wat voor ons het enige houvast is? Natuurlijk moeten we dan beseffen dat er een spannende kwestie is, want in de huidige beleving staat het ik (ego) centraal, dat een beslissende ombuiging naar God nodig heeft. Hier wordt de bijbelse notie van bekering actueel. Hoewel we voor een grens die alleen God kan overbruggen, ontslaat dit ons niet van de roeping om Gods getuigen te zijn. Het is een eigentijdse toepassing van wat de aanwezigen aan het begin van de studiedag uit Psalm 66 zongen: Hoort wat mij God deed ondervinden, wat Hij gedaan heeft aan mijn geest (vs. 8, berijmd).
Ontmoeting met God
Na de hoofdlezingen konden de deelnemers kiezen uit drie workshops van in totaal vijf. Drs. Nico van der Voet, docent aan de Christelijke Hogeschool Ede, sprak over de omgang met God. Hij vroeg de deelnemers te vertellen waar de ontmoeting met de Heere in hun leven plaatsvindt. Er blijken verschillende ontmoetingsplaatsen te zijn, zoals de eredienst, de prediking en de sacramenten, maar ook de binnenkamer en het gebed. In de omgang met God gaat het om een dubbele beweging: een luisterhouding die ontvangt en die zich daarna kan uitspreken. Er is ook een andere dubbele beweging: vanuit de omgang met God de wereld ingaan en omgekeerd: vanuit de wereld weer naar Hem.
Keller en Piper
De Amerikaanse predikers en schrijvers Tim Keller en John Piper zijn in christelijke kring de laatste tijd populair geworden. Hoe spreken zij over geloofsbeleving? Ds. M.K. de Wilde gaf aan dat beide auteurs verstand en gevoel dichtbij elkaar willen houden. Geloven is bij hen niet alleen verstandelijk kennen, maar God ook liefhebben en vreugde in Hem vinden. Deze noties kunnen alleen tot bloei komen in de concentratie op het verlossingswerk van Christus. Piper en Keller laten zich daarbij inspireren door de klassiek-christelijke traditie, bijvoorbeeld door de pastorale inzet van de puriteinen, die aandacht vragen voor het hart en de levenspraktijk. Beide auteurs hebben dus een eigentijdse toespitsing gegeven aan verschillende puriteinse accenten.
Puritanisme
Zelf besprak ik Richard Sibbes (1577-1635), een van de belangrijkste puriteinse vertegenwoordigers. Sibbes heeft veel aandacht voor het hart en de emotionele kant van het geloof. In zijn preken laat hij emoties als berouw, liefde, verlangen en vreugde opkomen uit de ontmoeting met God. Terwijl berouw ontspringt aan de confrontatie met Gods hoogheid en heiligheid, komt liefde op uit Gods liefde in Christus. Geestelijke ervaringen zijn volgens Sibbes bemoedigend voor het geloofsleven en bevorderen de geestelijke zekerheid. Maar zulke emoties zijn niet altijd aanwezig, waardoor juist onzekerheid kan ontstaan. Toch blijft Gods werk ook dan zichtbaar in het verlangen naar Hem en in het gebed om Zijn merkbare aanwezigheid. Sibbes wil de geloofszekerheid vooral op Christus’ liefde baseren. Tegelijk kan een notie als geestelijk verlangen ook een rol spelen bij de zekerheid, want zelfs de geringste uiting ervan hoort bij het werk van de Heilige Geest.
Doorleefde prediking
Hoe komt geloofsbeleving in de prediking aan de orde? Ds. E.K. Foppen spitste dit thema eerst toe op de prediker. Hoewel diens persoon natuurlijk niet centraal moet staan, gaat het wel om een doorleefde boodschap. Niet alleen dat de prediker zelf door de boodschap wordt geraakt en in beweging gezet, maar ook dat hij weet wat mensen bezighoudt en wat er in de huidige tijd speelt. Daarom mag de prediking geen geloofswerkelijkheid verkondigen die buiten het leven van de hoorders staat. Als het goed is, komt ons bestaan aan de orde, met alle hoogten en diepten, vreugden en zorgen, vragen en scheuren, schuld en ongeloof. In deze werkelijkheid klinken de verlossende woorden van het Evangelie.
Geloofsbeleving en generaties
Hoe ervaar je verschillen in geloofsbeleving tussen jong en oud? Met die vraag begon HGJB-werker Herman van Wijngaarden zijn workshop over de geloofsbeleving van jongeren. Hoe waardeer je het als jongeren geloof en kerk op verschillende punten soms anders ervaren? Van Wijngaarden gaf aan dat jongeren verlangen naar een luisterend oor. Ze zoeken naar een open en eerlijk gesprek, naar verbinding tussen de generaties, naar actualiteit in de prediking, maar ook naar diepgang. Belangrijk is positieve aandacht voor jongeren, zeker in de huidige tijd waarin veel op hen afkomt. We moeten openstaan voor een dubbele beweging: jongeren kunnen van ouderen leren én omgekeerd.
Gebed om doorwerking
Een belangrijke les van deze studiedag is dat de bijbelse geloofsbeleving gaat om God. Om Zijn grootheid en heiligheid, om Zijn liefde en genade. Om Zijn machtige daden. Geestelijke ervaring geeft aan dat je als gelovig mens helemaal betrokken raakt op Gods heil in Jezus Christus, met ziel én lichaam dus. Laten we bidden dat God wordt verheerlijkt onder ons. Dat de Heilige Geest op-God-gerichte geloofservaring werkt in de erediensten, in de predikers, in onze harten en in de levenspraktijk. Om Hem te dienen en groot te maken. In gezin en gemeente, maar niet minder naar onze medemens. Zo geraakt door het Evangelie dat we niet kunnen ‘nalaten te spreken over wat we gehoord en gezien hebben’ (Hand. 4:20).