Waar bent u naar op zoek?

blog

Een troon in de hemel

20-12-2016

In de Verenigde Staten maakt men zich op voor de beëdiging van Donald Trump tot president. In Nederland wijst de krant ons dagelijks naar 15 maart, de dag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Ook in 2016 gold echter voor de christen wat H.C. Voorhoeve ooit dichtte: ‘Daarboven in de hemel, ver van het aards gewemel, is Jezus, onze Heer.’

De woorden van Voorhoeve – in de negentiende eeuw voorman van de Vergadering van gelovigen en de overgrootvader van de latere VVD-minister Joris Voorhoeve – zijn qua strekking niet anders dan wat David ons in Psalm 11 leert. Het is een psalm die inzet met de hopeloze situatie van Gods kinderen op aarde – een gemoedsgesteldheid die de Zijnen ook in 2016 niet vreemd geweest is. ‘Wat kan de rechtvaardige doen als de fundamenten omvergehaald worden?’ Het is een vraag die David formuleert als angst voor Saul hem bij de keel grijpt.

Geneesmiddel

In die context belijdt hij: ‘De HEERE is in Zijn heilig paleis, de troon van de HEERE staat in de hemel.’ Al worden de omstandigheden voor David niet anders, gebeurt er wel wat in zijn denken en leven. ‘David werpt zich op Gods voorzienigheid,’ schrijft Calvijn. ‘Met die voorzienigheid rekenen, dat betekent dat Zijn gerechtigheid een geneesmiddel is voor verloren zaken.’ Calvijn spreekt over de tegenstelling tussen hemel en aarde, over een ‘Onomkoopbare in de hemel’, waar Hij ‘de zetel van het recht bekleedt’.

Zijn troon in de hemel, dat is een zekere toevlucht. Het zicht op die troon is voldoende om leed en onrecht in deze wereld te verdragen. Die troon was niet alleen realiteit ten tijde van David, met die troon zet ook het bijbelboek Openbaring in, waarin we de geschiedenis zich zien ontrollen. Op weg naar de dag van Jezus Christus wordt de kerk vertroost met het zicht op de troon in de hemel. Omdat er een troon in de hemel staat, vluchten we niet bij onze roeping vandaan, maar schuilen we bij de Heere.

In het donker

Schuilen bij de troon in de hemel, dat is een geloofsactiviteit. Want het leven op aarde komt voor David samen in deze woorden: ‘Want zie, de goddelozen spannen de boog, zij leggen de pijlen op de pees om in het donker te schieten op de oprechten van hart. Voorzeker, de fundamenten worden omvergehaald! Wat kan de rechtvaardige dan doen?’ Niet vluchten van de aardse taak, maar schuilen bij de hemelse Koning.

***

Dat spannen van de boog, dat schieten van pijlen in het donker was in 2016 aan de orde van de dag. Want zonder het licht dat op Kerst, in het Kind van Bethlehem, ontstoken is, wandelen wij in duisternis, leven we in een land van de schaduw van de dood. In het bijna voorbije jaar zagen we die pijlen voortdurend door de lucht vliegen.

Bij de gratie Gods

Het jaar was slechts enkele dagen oud toen D66 aangaf de zinsnede te willen schrappen waarmee elke wet in Nederland begint: ‘Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, koning der Nederlanden…’ Het gaat me nu vooral om het motief voor dit voorstel: ‘De soevereiniteit ligt in Nederland bij de mensen, niet bij een god.’

Met dit type acties als een soort refrein is 2016 aan ons geestesoog voorbijgegaan. Minister Edith Schippers (VVD) hield de H.J. Schoo-lezing, waarin ze opriep geen subsidie meer te geven aan ‘religieuze groepjes’ (overkwam dat de christelijke werkgroep ‘Hart van Homo’s’ niet?), waarin ze vrijheid als hoogste goed aanprees, ze het hekelde dat er in ons land ‘nog altijd vrouwen zijn die niet mogen werken’ en ze ‘tolerantie voor intoleranten wilde afschaffen’. Tegen nieuwkomers in Nederland dienen we te zeggen: ‘U bent in het land van het homohuwelijk. Wie dat niet kan accepteren, hoort hier niet thuis.’

Utrechtse stoplichten

In dit soort denken past het – na een voorstel van GroenLinks – uitgeven van € 1200 aan drie stoplichten in Utrecht die met het nieuwe woord ‘homostoplichten’ aangeduid werden. Wie over wil steken, moet nu wachten tot twee rode poppetjes van hetzelfde geslacht groen worden, als teken van aanvaarding en zichtbaarheid van transgenders, homo- en biseksuelen.

Het verwondert niet dat in dit denken geen plaats is voor de eigenaar van een agrarische groothandel in Drachten die een homoseksuele stagiair afwees – los van het feit of deze reformatorische zakenman in de communicatie handig opereerde. Het zal je als burger in Nederland maar gezegd worden: ‘Wie het denken van de meerderheid niet accepteren kan, die hoort hier niet thuis.’ In onze democratie staat het leven van een (christelijke) minderheid meer en meer onder druk en een minister noemt dit het ‘afschaffen van tolerantie voor intoleranten’.

Rustdag en huwelijk

Alleen wie de ogen stevig dicht houdt, ziet niet dat de pijlen met name gericht zijn op twee geschenken van God aan Zijn schepping, namelijk de rustdag en het huwelijk. Dan bedenkt D66 een initiatiefwet om trouwen in gemeenschap van goederen niet langer te laten gelden als de regel, dan volgt een initiatiefwet die moet maken dat er een einde komt aan de wet die de zondagsrust beschermt.

In die context leeft de kerk en weet ze dat vluchten uit deze werkelijkheid een verzaken van onze roeping is. Meer dan ooit zijn er contacten waardoor we dit leren van vervolgde christenen, elders in de wereld. Het is de lijn die direct na Pinksteren ingezet werd, die we zien bij Petrus en de andere apostelen (Hand. 5:41): ‘Ze waren verblijd dat ze waardig geacht waren, omwille van Zijn Naam smaadheid te lijden. En zij hielden niet op iedere dag in de tempel en bij de huizen onderwijs te geven en Jezus Christus te verkondigen.’

Vreemdeling op aarde

In die context dient de kerk zich niet aan te passen aan de cultuur, maar heilig te blijven leven. Waar ‘ieder lacht met God en Zijn geboden’, mogen we de vreugde van de wet centraal stellen. Is dat treffender verwoord dan in Psalm 119: ‘Ik verblijd mij in Uw verordeningen. Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden niet voor mij.’

We noemen hier de namen van de predikanten die dit verkondigd hebben en in 2016 afgelost zijn van hun aardse post, in dankbare herinnering aan hun arbeid in het Woord.

– ds. L. Roetman, overleden op 5 januari (92 jaar);

– ds. H.A. van Slooten, overleden op 12 januari (96 jaar);

– ds. P. Vinke, overleden op 10 februari (90 jaar);

– ds. J. den Besten, overleden op 27 februari (93 jaar);

– ds. W. Altena, overleden op 29 februari (66 jaar);

– dr. H. Vreekamp, overleden op 29 februari (72 jaar);

– ds. M. Ravenhorst, overleden op 16 maart (85 jaar);

– dr. O.J. van der Ploeg, overleden op 8 april (77 jaar);

– ds. G.S.A. de Knegt, overleden op 24 april (77 jaar);

– ds. J. van Wier, overleden op 15 juni (95 jaar);

– ds. J. van der Graaf, overleden op 6 juli (98 jaar);

– ds. J. van Doorn, overleden op 1 september (72 jaar);

– ds. W.P. van Oorschot, overleden op 7 oktober (74 jaar);

– dr. J. Broekhuis, overleden op 17 december (83 jaar).

***

Meer en meer wordt voor Nederland waar wat we lezen in Richteren 2: ‘Toen heel die generatie met zijn vaderen verenigd was, stond er na hen een andere generatie op, die de HEERE niet kende, en evenmin de daden die Hij voor Israël verricht had.’ Voor Israël was het gevolg dat zijn inwoners deden ‘wat slecht was in de ogen van de HEERE’. De keuze voor afgoden verwekt Hem tot toorn.

In het bijbelboek Richteren blijkt in deze aangrijpende werkelijkheid de trouw van God in het zenden van richters, die het volk voorgaan. Dán is er rust en vrede. Zo mogen wij nu bidden om ambtsdragers in de kerk én leiders in de samenleving – in onderwijs en politiek, in het bedrijfsleven en andere sectoren van de maatschappij – die het Nederlandse volk voorgaan in het leven bij Gods goede geboden. Want, zegt de dichter-koning David, ‘de bepalingen van de HEERE zijn waarachtig, in het houden ervan ligt groot loon.’ Ook in 2017.