blog
Obama noemt VS niet alleen een christelijke natie
Wie gaat Amerika leiden?
Nog altijd is de Amerikaanse president de machtigste man ter wereld. Wordt het voor de komende vier jaar Barack Obama of Mitt Romney? Op weg naar het stemlokaal is de invloed van de behoudende christenen de afgelopen jaren fors afgenomen.
In 1845 koos het Amerikaanse Congres de eerste dinsdag van november tot vaste dag voor de verkiezingen, Election Day. Deze keus zou de opkomst bevorderen: de oogst was binnengehaald en de wintertijd was nog niet aangebroken, zodat burgers tijd hadden voor relatief lange reizen naar het stemlokaal.
Polarisatie
Vier jaar geleden, toen Barack Obama op weg was naar zijn verkiezing als 44e president van de Verenigde Staten, hing er in Amerika een andere sfeer. Hij sprak over change, zou verandering brengen, nieuwe hoop aan de burgers geven. De Amerikanen staan nu voor de vraag om te beslissen of die verandering voldoende geweest is. Obama heeft ervoor gezorgd dat grote groepen burgers niet langer buiten de gezondheidszorg vallen. Een belangrijk wapenfeit voor hem is uiteraard de uitschakeling van Osama bin Laden, de leider van Al Qaida. Deskundigen concluderen niettemin dat hij zijn charisma van 2008 niet omgezet heeft in het leiderschap dat bij een president hoort, maar dat hij vooral de manager gebleken is, die zelfs niet in staat was de meeste van zijn verkiezingsbeloften in te lossen.
De kampen van Obama en Romney bestrijden elkaar niet met handschoenen aan. Wederzijds attaqueren ze de ander scherp, waarbij ingezoomd wordt op morele misstappen in het verleden van hun tegenstander. Niet alleen de twee kandidaten, ook hun politieke partijen dragen bij aan de polarisatie in de Verenigde Staten. Het is weinig constructief als de partij die de meerderheid heeft alle voorstellen van de ander afschiet – wat opnieuw gebeurt als de tegenstander de grootste wordt.
Religieus land
Dat Amerika een religieus land is, krijgt tijdens de lange weg naar het Witte Huis altijd weer aandacht. In zijn nieuwe boek Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika laat Geert Mak zien dat de kerk bepalend is voor de samenhang in de maatschappij in een land waar het sociale systeem erg schraal is.
Het leven is er hard. Dat blijkt uit de rapportages van economen, die tonen dat Amerika te maken heeft met een dagelijks groter wordende schuldenberg, slecht onderwijs, een verdwijnende middenklasse, vertrekkende industrieën, inzakkende innovatie. Er werken momenteel meer mensen in Amerikaanse gevangenissen dan in heel de auto-industrie. Dat harde leven maakt de Amerikanen religieuzer. Zieken en armen, alleenstaande moeders en daklozen – als een sociaal vangnet vanuit de overheid ontbreekt, zijn ze aangewezen op hulp vanuit kerken en synagogen.
Partijprogramma’s
Toch is er de afgelopen jaren op dit punt in de Verenigde Staten wel wat veranderd. In 2010 – in de periode tussen de vorige verkiezingen en nu – werd het punt bereikt dat nog maar een minderheid van de Amerikanen lid is van een kerk. Nog geen vijfde van de bevolking bezoekt zondags een kerkdienst. Op een sluipende wijze is de gedachte van Amerika als ‘een land onder God’ aan het vervagen – ondanks het feit dat de Republikeinen in hun partijprogramma tien keer naar God verwijzen.
Op de Democratische partijconventie ging dat anders. Daar werd voor het eerst de verwijzing naar God als de gever van gaven en talenten geschrapt, om zo ook niet-religieuzen het officiële partijstandpunt te kunnen laten onderschrijven. Slechts persoonlijk ingrijpen van Obama zorgde ervoor dat deze aanpassing teruggedraaid werd.
Christelijke natie
Het niet belijden van het christelijk geloof betekent voor een presidentskandidaat in de Verenigde Staten politieke zelfmoord. Een kandidaat die het bestaan van God zou ontkennen, zou zijn campagneteam dezelfde dag nog kunnen ontslaan. Want Amerika ís een religieus land. Drie kwart van de bevolking zegt positief te staan tegenover presidentskandidaten die de Bijbel citeren als ze over politieke problemen praten.
Onder Obama is er in dit opzicht toch iets veranderd. Als eerste president in de geschiedenis van Amerika noemde hij in zijn inaugurele rede niet-christenen: ‘Wij zijn geen christelijke natie, in ieder geval niet alleen dat, wij zijn ook een joodse, een islamitische, een boeddhistische en een hindoeïstische natie.’
Ethische thema’s
De afbrokkeling van het religieuze leven maakt dat de evangelicals, de groep behoudende christenen die voor het overgrote deel op de Republikeinen stemt, minder invloed hebben. Bij de verkiezing van Bush jr. in 2000 en 2004 was hun stem nog beslissend. Dat hun invloed tanende is, blijkt uit de verkiezing van Mitt Romney – immers aanhanger van de Mormomen – tot kandidaat voor de Republikeinen.
Het blijkt vooral uit het feit dat de discussie over belangrijke ethische thema’s meer naar de marge verschoven is. Republikeinse aanhangers zijn verdeeld en hun leiders spreken over het algemeen gematigd over het homohuwelijk, en over euthanasie en abortus is minder debat. Godsdienstige argumenten spelen geen rol in het springende punt bij de verkiezingen, namelijk of de burgers tegen de overheid moeten worden beschermd (Republikeinen) of dat de overheid het leven van de burgers beter moet maken (Democraten).
Israël
Nog altijd geldt de president van Amerika als de machtigste man op aarde. Terwijl de inwoners van de Verenigde Staten 4,5 procent van de wereldbevolking uitmaken, is het land verantwoordelijk voor vijftig procent van de militaire interventies. Als president van Amerika ben je de eerste controleur van de wereld, ook in een tijd waarin China en India sterkere wereldmachten worden.
Wie bedenkt dat het Midden-Oosten – en met name Israël – een centrale plaats zal hebben in de voortgang van de geschiedenis, blikt ook terug op de relatie van Obama met zijn Israëlische collega, Netanyahu. Die was de afgelopen jaren niet goed. De ene keer was de spanning zo groot dat er geen gezamenlijke foto’s gemaakt konden worden, de andere keer werd Netanyahu tijdens een bezoek aan de VS niet eens ontvangen door Obama.
Het feit dat de Israëlische premier zich uitgesproken heeft voor Romney, zal de relatie met Obama bij een herverkiezing na volgende week er niet gezelliger op maken. Een peiling van de Jerusalem Post liet onlangs zien dat 28 procent van de Israëli’s meent dat Obama aan de kant van de Palestijnen staat en slechts 18 procent hem aan de kant van Israël schaart – en dat terwijl Amerika vanouds een trouwe bondgenoot is.
Heerschappij
In Nederland wordt de laatste hand gelegd aan een kabinet dat gesteund zal worden door twee seculiere partijen. Tegelijk kijken we met de Amerikanen mee hoe het publieke leven in hun grote land de komende jaren zal worden ingericht, en of de waarden van het evangelie hiervoor nog bepalend zijn.
Maar, alle analyses en beschouwingen ten spijt, christenen in Amerika en Nederland moeten zelfs de status van de nieuwe president relativeren, al is hij de machtigste man onder zeven miljard wereldburgers. De (wereld)regering ligt in handen van God. De Heere heeft aan Zijn Zoon de heidenvolken tot bezitting gegeven (Ps.2), de heerschappij gelegd op de schouders van deze Messias. Hij is gemaakt tot de allerhoogste van de koningen der aarde (Ps.89). In de handen van Jezus zijn mannen als Obama en Romney kleine instrumenten, ingeschakeld om Zijn plan met deze wereld ten uitvoer te brengen.
Het komt daarom goed met allen die bij Hem schuilen.
P.J. Vergunst