Waar bent u naar op zoek?

blog

Kind van het Koninkrijk heeft schat in de hemel

Voorganger en miljonair

30-01-2012

In Amerika wordt een lijst gepubliceerd van voorgangers die dankzij het Evangelie miljonair zijn, in Nederland is discussie over het nieuwe verschijnsel van de onbezoldigde predikant. Wat is normaal?

Op de een of andere manier zijn we in onze samenleving gecharmeerd van lijstjes en overzichten van succesvolle boeken, bijzondere mensen, opmerkelijke prestaties. Als het gaat over ons uiterlijke leven is er inderdaad veel in kaart te brengen. De Amerikaanse nieuwssite The Huffington Post komt nu met een overzicht van tien voorgangers die dankzij het Evangelie miljonair geworden zijn.

Nu hoeft niet iedereen die op deze lijst voorkomt, zich direct ongemakkelijk te voelen. Rick Warren, de voorganger uit Californië die in ons land bekend werd door zijn boek Doelgericht leven, incasseerde weliswaar tientallen miljoenen aan inkomsten, maar betaalde in 2005 25 jaarsalarissen aan zijn kerk terug en wilde daarna geen traktement meer hebben. Hij geeft aan ruim 90 procent van zijn inkomsten aan goede doelen te geven.

 

Dertig miljoen exemplaren

Het leven van Warren laat zien dat de voorgangers de bizarre bedragen aan inkomsten niet altijd van hun gemeente ontvangen, maar vanwege hun publicaties. Van de Engelstalige uitgave van Doelgericht leven werden meer dan dertig miljoen exemplaren verkocht. Toch zijn er ook andere bronnen van inkomsten, zoals televisieoptredens en genezingscampagnes. De evangelist Franklin Graham, zoon van de bekende Billy Graham, incasseerde 1,2 miljoen dollar per jaar en gaf na kritiek op zijn financiën aan dat de organisaties die hij leidt, niet aan zijn pensioen hoeven bij te dragen. Voor mij is dit wel edelmoedigheid met een randje.

Het kan allemaal nog absurder. De televisie-evangelist Kenneth Copeland bezit een terrein van 1500 hectare met daarop een kerk, een landingsbaan, een hangar met twee vliegtuigen en een huis van zes miljoen dollar. Pastor John Hagee krijgt jaarlijks een half miljoen euro voor een baan van zestien uur per week. En voorganger Joel Osteen woont sinds 2010 in een huis van 10,5 miljoen dollar.

 

Beledigend

Spreken we hier over een buitenissigheid, een weliswaar af te keuren levensstijl waar we echter niet te lang bij stil moeten staan? Nee, dit overzicht is tamelijk schokkend. In zijn uitleg van de Bergrede schrijft dr. Martyn Lloyd-Jones dat ‘er uiteindelijk niets zo beledigend voor God is als het feit dat we ons Zijn Naam toe-eigenen, terwijl we tegelijkertijd duidelijk laten blijken dat we op de een of andere manier Mammon dienen’. De levensstijl van een christen – en zeker van een predikant, voorganger, ambtsdrager – kan de geloofwaardigheid van het Evangelie in diskrediet brengen.

Het wordt als kerkelijke grootverdiener heel lastig om Gods Woord te verkondigen, dat ons leert ‘tevreden te zijn met voedsel en kleding, omdat we immers niets uit deze wereld kunnen wegdragen’. (1 Tim.6) Paulus noemt de zucht naar geld de wortel van alle kwaad, zodat het jagen naar meer bezit de kern van het christenleven raakt. In de brief aan de Hebreeën (13:5) is er zelfs een relatie met Gods zorg voor ons: ‘Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten.’

 

Rustige werkplek

Het gedrag van deze Amerikaanse dominees houdt ons wel de spiegel voor. Het moet geen beladen onderwerp zijn als de huisvesting van onze predikanten aan de orde komt. Daarbij moet zeker gerekend worden met het feit dat een dominee thuis een rustige werkplek moet hebben, waar hij kan studeren, waar hij mensen kan ontvangen op een wijze die het gezinsleven niet schaadt. Die vereisten betekenen in de praktijk nogal eens een vrijstaande woning in een niet al te drukke buurt.

Dit is wel een andere denklijn dan die van allerlei luxe, die zeker in een tijd van financiële zorg in de gemeente niet te verdedigen is, maar die vooral op grond van de Bijbel onverantwoord is. Laten we in dit opzicht allerlei praktijken niet te snel goedpraten. Als een predikant van een grote (niet-hervormde) gemeente in de buurt van Rotterdam onlangs verhuist naar een nieuwgebouwde enorme villa, hoor ik nergens een protest klinken. Met de zorg voor de stalling van de auto van de dominee (ja, echt!) is diaconaal zoveel goeds te doen. Ik zou het moeilijk kunnen verdragen als zo’n dienaar van het Woord mij zondags het leven van een christen tekent.

 

Wereldsgezindheid

Hebben christenen in de steden deze kant van onze levensovertuiging al beter begrepen, wellicht omdat ze daar de frontsituatie van de kerk in onze cultuur sterker ervaren? Ik denk dat er meer dan het praktische motief speelt dat er in de stad geen ruimte is voor een groot huis, een erfenis die dorpsgemeenten voor hun predikantsgezin nog wel hebben.

Ondertussen – want er is meer dan het beleid van de kerkenraad en het gedrag van de predikant – raakt dit thema ons allen. Wereldsgezindheid is zo krachtig dat niemand kan zeggen er immuun voor te zijn. Wereldsgezindheid is een levenshouding, die zich kan uiten in allerlei levenskeuzen. Een kleine test voor elke christen is de vraag of hij zijn politieke partij (die zich baseert op het Woord van God) blijft steunen als deze voorstander is van het afbouwen van de hypotheekrenteaftrek.

 

Ontvreemd door dieven

Niet alleen voor het getuigenis in de wereld, maar ook voor onze innerlijke vrede en ons staan in de zekerheid van het geloof is het nodig geen schatten op de aarde te verzamelen, schatten die (letterlijk of figuurlijk) kunnen gaan roesten of die door dieven ontvreemd kunnen worden. Het Koninkrijk van God bestaat niet uit eten en drinken, maar uit gerechtigheid, vrede en blijdschap in de Heilige Geest. Leven als kinderen van dat Koninkrijk is daarom gericht zijn op het vergaderen van schatten in de hemel, ook voor onze kinderen. Op die ene zaak te focussen, dat is voldoende. Hoe goed zou het zijn als het leven van zendelingen hierin stimulerend zou zijn voor alle dienaren van het Woord.

 

                                                                                    ***

 

In ons land was er vorige maand geen discussie over zich verrijkende voorgangers, maar over een voorganger die zich naast zijn functie bij een bank voor 0,2 fte als vrijwilliger-predikant liet bevestigen. De Bond van Nederlandse Predikanten sprak over een bedreiging voor de kerkelijke arbeidsmarkt en over oneerlijke concurrentie, omdat armlastige gemeenten de vrijwilliger-predikant als een mooi alternatief zouden kunnen gaan zien.

 

Front

In elk geval constateren we dat hier het front niet ligt. Opvallend is het daarom dat in de christelijke media over dit verschijnsel (oké, het is nieuw) meer geschreven wordt dan over predikanten die een ambtswoning voor hun gezin laten bouwen dan wel over predikanten of kerkelijk werkers in de grote steden die een zekere luxe opgeven door in de buurt te gaan wonen waarvoor hun wijkgemeente verantwoordelijkheid draagt.

Uiteraard is het van betekenis dat de Protestantse Kerk het project rond de onbezoldigde dominee goed begeleidt, omdat dit sympathieke initiatief tegelijk een bron van spanning kan worden. De vrijheid van het ambt en de beschikbaarheid in de dienst aan God en aan Zijn kerk kunnen immers conflicteren met verplichtingen die een dominee in het niet-ambtelijke deel van zijn leven heeft. Maar dat laat onverlet dat het signaal van deze niet-betaalde predikant afgeeft ons honderd keer liever is dan dat van zijn collega’s die met het grote geld geassocieerd worden.

 

Neem mijn zilver

Op een adventszondag in 1873 kwam de predikantsdochter Francis Ridley Havergal tot bekering. Zij vertelde haar zuster dat ‘Hij die mij rein gemaakt heeft, mij ook rein kan houden. Er moet immers van volkomen toewijding sprake zijn, wil men de volle zegen ontvangen’. Twee maanden later schreef zij in ‘Neem mijn leven, laat het Heer’ onder meer deze regels:

Neem mijn zilver en mijn goud,
dat ik niets aan U onthoud.
 
Neem en zegen alle vreugd,
al ’t geluk dat mij verheugt.
 
Neem ook mijne liefde, Heer,
‘k leg voor U haar schatten neer.
Neem mijzelf en voor altijd
ben ik aan u toegewijd.

P.J. Vergunst