column
De vlag uit
Bij de belangrijkste christelijke feestdagen heeft iedereen wel een bepaald gevoel of voorstelling. Kerst wordt vaak geassocieerd met gezelligheid, lekker eten en familie. Goede Vrijdag met somberheid, verdriet en lijden.
Pasen met de belofte van een nieuw begin, nieuw leven. Bij Hemelvaart ligt dat wat diffuser. Veel mensen zullen bij Hemelvaart vooral denken aan festivals of ‘lekker een extra vrije dag’.
Als kind dacht ik bij Hemelvaart aan feest. Van Psalm 47 werd ik blij. Als je het ritmisch zong, leek het bijna een lied. Voor mijn gevoel was het een dag waar trompetten bij hoorden en statige muziek: Jezus is koning. Die gevoelens bleven en daarom stapte ik een paar jaar geleden op een Hemelvaartsdag blij uit bed en had ik zin om naar de kerk te gaan. Ik legde uit aan mijn zoontje waarom ik zo blij was.
Maar hij begon te huilen. ‘Wat is er?’ ‘Het is helemaal geen feestdag. Jezus is er niet meer. Hij is weggegaan. We kunnen Hem niet meer zien.’ Dit kunnen we neersabelen met: ‘Dan heeft hij het nog niet begrepen.’ Maar ik denk dat we vaker van een kind kunnen leren dan we verwachten. Ik moest zo nodig het kind vormen en aanleren hoe feestelijk deze dag was. Maar hij was verdrietig omdat Jezus niet bij hem in de buurt is. Hij gaf mij een nieuwe kijk op deze dag. Peinzend en met ietwat getemperde blijdschap fietste ik met hem naar de kerk.
In de kerk werd Jezus’ koningschap benadrukt. Niks geen getreur: Jezus is koning! De dominee stelde voor om met Hemelvaart een witte vlag uit te hangen, voor Koning Jezus. Koningsdag, maar dan net een beetje anders. Ik vind het wel een mooie nieuwe traditie: alle christenen massaal aan de witte vlag. (Maar hoe kom je aan een witte vlag? Wellicht een gat in de markt voor de Hervormde Vrouwen- of Mannenbond?)
Dit jaar ga ik proberen beide perspectieven met elkaar te verbinden. Hoe verlaten en eenzaam we ons ook voelen, die vlag moet uit. Jezus zit op de troon en Hij komt eraan.
Elsbeth Visser-Vogel