column

Ziekte

Va ziek?’ Geïnteresseerd meldt ons dochtertje zich aan ons bed. Een door de griep gevelde vader die overdag in bed ligt, is voor haar een ongewone gebeurtenis.

De oplossing voor de zieke vader heeft ze ook meteen klaar. ‘Dokter toe?’ Sinds een bezoekje aan de huisarts, vindt ze bij elk pijntje een bezoekje aan de dokter gewenst.

Zelf mag ze ook graag doktertje spelen. Haar rode dokterstasje bevat alle spullen die een jonge dokter nodig heeft om een patiënt grondig te onderzoeken. Liefst komt ze nu om het half uur kijken of ze me beter kan maken. Ik krijg een stevige injectie in mijn buik, waarna ze de thermometer in mijn oor plaatst. De bloeddrukmeter moet als ‘pleister’ om mijn arm gebonden worden, terwijl een ernstig onderzoek met de stethoscoop het sluitstuk van de behandeling vormt. ‘Nu beter?’, vraagt ze.

Helaas gaat het niet zo snel. Uiteraard bedank ik haar voor de goede zorgen en voel ik me daardoor misschien ook wel echt iets beter. Tegelijkertijd lijkt het me een mooi moment om eens te praten over Wie gezondheid en ziekte geeft. Natuurlijk begrijpt ze nog lang niet alles, maar regelmatig merkt ze wel op dat Jezus in de Bijbel een ‘zieke man’ beter maakt. ‘Va ook zieke man?’, vraagt ze. Ik antwoord bevestigend, en vind het ook niet erg dat ze vervolgens volhoudt dat zij of de dokter mij beter moet maken.

Even later blijkt mijn vrouw onbewust het volgende puzzelstukje wel gevonden te hebben. In eenvoudige woorden heeft ze aan tafel voor ‘onze zieke vader’ gebeden. Als ik er even bij kom zitten, kijkt de peuter me stralend aan. ‘Ook voor va bid!’, meldt ze enthousiast.

Als moeder een paar dagen later ziek wordt, bidden we vanzelfsprekend ook of moeder beter wordt. Bidden om gezondheid is voor ons dochtertje nu net zo gewoon geworden als de dokter er bij roepen. Haar ontwikkeling is mijn spiegel. Als modern mens ben ik toch snel geneigd om dokters voorrang te geven.

Àrjan Baarssen