column
Bram
Saterdag ben ik jârig, t sal mijn benieuwe, zegt Bram vanaf zijn bed. Zijn ogen twinkelen.
Je hoort duidelijk dat hij uit Amsterdam komt. Bram is ernstig ziek, terminaal zeggen de artsen. Humor en geloof typeren Bram, zelfs nu. Elke dag of beter, elk uur, leeft hij in afhankelijkheid van God.
Bram heeft een veelbewogen leven achter de rug. Opgegroeid in de Jordaan, was hij na een internaatperiode al op jonge leeftijd vaak te vinden op de Wallen. Hij werd een bekende in de criminele wereld. Daarbij speelden drugs, alcohol en vrouwen een belangrijke rol. Maar zou voor de HEERE iets te wonderlijk zijn? God heeft hem juist daar aangeraakt en nu kan Bram niets anders dan God groot maken. Dit doet hij op zijn eigen ‘pure’ wijze. Je merkt het in zijn manier van praten, in wat hij doet.
Dit voelen ook de jongeren aan wie hij de afgelopen jaren preventielessen heeft gegeven. Zij proeven zijn echtheid. Bram spreekt uit ervaring en weet waar hij de jeugd voor wil behoeden. Het komt binnen. Hetzelfde geldt voor de vele klassen die Bram hier in Amsterdam heeft rondgeleid met de Wandelende Tak, een project van Tot Heil des Volks. ‘Kijk, hier heb ik als klein jochie het kunstbeen van een zogenaamde kostganger van m’n moeder in de gracht gegooid.’ Er wordt gelachen. Verderop in de binnenstad staat de klas stil rondom Bram. Hij vertelt hoe God op deze plek ingreep en zijn leven veranderde. Zijn ogen stralen, de jongeren slikken en zuigen zijn woorden op.
Een paar maanden terug kwam hij spontaan even binnenlopen. ‘Ik ga naar een jongen toe die zwaar in de problemen zit. Drugs en zo. Ik ga met hem praten. Willen jullie voor me bidden?’
Het is zaterdag. Met een klein cadeautje onder mijn arm loop ik naar het huis van Bram. Voor het raam zie ik Bram op bed liggen. Hij wenkt me om binnen te komen. Als ik hem een hand geef, zegt hij: ‘Ja, God heeft mij deze dag nog gegeven. Het is goed wat Hij doet. Ik ben klaar om naar Hem toe te gaan.’ Ik zuig zijn getuigend onderwijs op.
Dinsdagmorgen 15 september is Bram overleden.
Marijke de Wit