Waar bent u naar op zoek?

column

Freek vreest

27-10-2014

Ik heb nooit kunnen vermoeden in ons blad nog eens woorden te zullen wijden aan cabaretier en komiek Freek de Jonge.

Als zijn opmerkelijk gelaat op de beeldbuis verschijnt, zap ik altijd direct weg: irritante, betweterige priester van de Linkse Kerk. Intussen is me duidelijk geworden dat dit een veel te makkelijk oordeel is.

Deze zomer werd Freek zeventig jaar. Ter gelegenheid hiervan verscheen een zeer lezenswaardig boek van historicus en journalist Rob Hartmans, Freek. De cultuurkritiek van een komiek. Hij plaatst De Jonge in de context van ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving vanaf eind jaren zestig van de vorige eeuw. Freek is een product van de tijdgeest, maar heeft die ook zelf gecreëerd en bestreden. Je kunt die tijdgeest met een woord karakteriseren: vrijheid. Alles mag en alles moet kunnen. Jarenlang was Freek de promotor van deze ongeremde hang naar vrijheid.

Toch blijkt hij al vroeg zijn vraagtekens te zetten bij deze breed toegejuichte ontwikkelingen in onze samenleving. ‘Want wat doen we met onze vrijheid? Hoe geven we ons leven vorm als in beginsel alles kan en mag? Welke waarden en normen aanvaarden we nog, als de moraal een kwestie van een individuele keuze is?’

Een thema dat herhaaldelijk opduikt in het werk van Freek is de leegheid van onze cultuur. Domineeszoon De Jonge vindt dat het christendom of een andere traditionele religie voor de meeste mensen geen bruikbare vorm meer is. Mensen proberen intussen op allerlei manieren het lijden aan het leven te verzachten door op zoek te gaan naar andere vormen die geluk brengen. Maar levert het ook echt iets op? Hebben we niet een vormeloze en lege samenleving gekregen?

Hij legt de vraag op tafel: ‘Wie van de generatie van de drie R’en (rust, reinheid en regelmaat) durft zich nog te verzetten tegen de doctrine van de drie L’en (lui, leuk en lekker)?’ De Jonge vindt dat we tegen de verruwing en verplatting van onze samenleving weer aandacht moeten geven aan het taboe. Dat is toch de grondslag van beschaving? ‘Maar het taboe is taboe geworden.’ Wie deelt niet de vrees van Freek?

J. Maasland