column
Over 25 jaar
Meer dan ooit tevoren worden we als kerk en als gemeente gedwongen ons te bezinnen op de toekomst. Waar staan we en waarheen zijn we op weg? Kerkenraden maken beleidsplannen. Waar liggen voor ons de knelpunten en voor welke uitdagingen staan we?
In de laatste uitgave van het tijdschrift Kontekstueel (juli) staat als thema centraal: ‘De orthodox-protestantse kerkelijke kaart over 25 jaar’. Je kunt dit thema toespitsen in de vraag: hoe staan we er als hervormd- gereformeerde beweging binnen de Protestantse Kerk in Nederland vandaag voor en hoe moeten we verder?
Geen enkele gemeente kan daar vandaag omheen. De betrekkelijke homogeniteit van voorheen in veel gemeenten is voorbij en dat zorgt soms voor de nodige onrust. Dr. W. Dekker (IZB) onderstreept dat inzicht in de cultuur nodig is, maar zegt terecht: ‘Sociologische analyses zijn niet inhoudelijk bepalend voor de theologische antwoorden.’
Sociologen beweren dat we als kerken een tijd zijn ingegaan waarin de traditionele gestalte van een kerk die eeuwenlang haar plaats in een dorp of stadswijk had voorbij is. We beleven de tijd van de keuzekerken. Daarin moet je meegaan of anders brokkelt je positie langzamerhand af.
Maar de vraag die dan toch op tafel zal moeten komen luidt: wat is wezenlijk voor de gemeente van Christus? Moeten wij de mensen iets aanbieden dat prettig in het gehoor ligt en samenvalt met hun gevoelens? Of krijgen wij iets, nee Iemand van elders voorgesteld die ons de werkelijke zingeving van ons bestaan aanreikt? Met andere woorden: wezenlijk voor een gemeente die wil staan in de traditie van de Reformatie is toch de verkondiging van het heil in Christus.
Ik zie het als de grote uitdaging vandaag om het authentiek gereformeerde van onze traditie vertolkt te krijgen in een cultuur die allergisch is geraakt voor al te dogmatische antwoorden maar toch snakt naar zingeving en verheldering van haar bestaan in bijbels licht.
In de bijdrage van dr. T. van de Lagemaat las ik een regel die bij me haakte: ‘Overdracht van de traditie staat op achterstand.’ Laat de bezinning daar vooral over gaan de komende 25 jaar.
J. Maasland