column
Geweld
En nu is het genoeg. Afstand houden. Bij de volgende halte ga je eruit'. Er klinkt boosheid in de stem van de conducteur, maar ook iets van angst.
Vlak naast mijn zitplaats in de trein staat de conducteur, dreigend voor hem een jongeman. Hij is een paar koppen groter dan de conducteur, die ondertussen rood is aangelopen.
Het is op de terugreis naar huis. Ik zit in de trein en hoor zeggen: ‘Uw vervoersbewijs alstublieft.’ Terwijl ik mijn OV-kaart uit mijn tas haal, zie ik hoe de pas van mijn overbuurman gecontroleerd wordt. Zelfverzekerd geeft hij zijn kaart. Terwijl de conducteur deze scant, draait de jongeman de klep van zijn pet naar achteren. Een lange paardenstaart steekt eronderuit. ‘Dit is niet uw kaart, meneer. Er staat een foto van een meisje op. Deze moet ik dus innemen en u kunt een ander kaartje van mij kopen’, zegt de conducteur rustig. Dit is het begin van een woordenwisseling, waarin de reactie van de jongen steeds onbeschofter en agressiever wordt. In de coupé wordt het steeds stiller. Het lijkt wel of iedereen de adem inhoudt.
De trein remt, staat stil, de deuren gaan open. Als de jongen uitstapt, voel je in de trein een zucht van verlichting opgaan. Maar plotseling draait de jongen zich om en geeft de conducteur een kaakstoot. De conducteur valt op de grond. Als hij probeert overeind te krabbelen, krijgt hij met volle kracht een trap in zijn buik. Iedereen is geschokt.
Mijn gedachten schieten naar afgelopen zondag. Het was vlak voor zondagsschool, ik had pleinwacht. Ik hoorde een schreeuw vlak achter mij en zag hoe één van de kinderen trappend drie jongens te lijf wilde gaan. Ik kon er nog net tussenspringen. Hij botste hard tegen mij aan, klampte zich aan mij vast en begon te huilen. Zo agressief kende ik hem helemaal niet. ‘Zijn ouders liggen in scheiding’, ging het door mij heen.
Na flink wat vertraging stap ik uit in Weesp. Bij de trap naar de uitgang, valt mijn oog op de tegel met een lieveheersbeestje erop, het symbool van zinloos geweld. Ik zie de jongen met de paardenstaart weer voor me. Zou hier ook een pijnlijk verhaal achterzitten?
Marijke de Wit-Bakker