column
Te gast
Massaal nemen we deze zomer weer onze tent op om op reis te gaan. We hebben allang beslist waar we naartoe zullen gaan.
Op de plaats van bestemming hopen we wellicht een dienst in een gemeente van Christus bij te wonen. Of we hebben een ingeblikte dienst meegenomen. Wij zijn zelf baas over onze bestemming en onze kerkgang.
Vluchtelingen in asielzoekerscentra hier in Nederland zijn dat niet. Een paar weken geleden zaten ze bij ons voorin de kerk. Ze verblijven in het asielzoekerscentrum, enkele tientallen kilometers verderop. Het zijn mensen uit Sierra Leone, Syrië, Iran, Afghanistan, maar ook Nepal, Birma en Mongolië. Dat is wat anders dan onze jaarlijkse vaste vakantiegangers uit andere plaatsen in de Biblebelt.
Even zijn we op vakantie in eigen kerk. Ooit zong ik Frans in de Ardennen en Engels in een klein kerkje in Schotland. Nu word ik in mijn gemeente uitgedaagd mee te zingen in de talen van onze gasten: Farsi, Arabisch, Engels, Frans. De gasten zijn op taal gerangschikt en te midden van elke taalgroep zit een tolk die elke zin vertaalt.
De belijdenis van het geloof maakt duidelijk dat we minder vreemd voor elkaar zijn dan het lijkt. Overal op deze wereld belijden mensen het geloof met de woorden van de Twaalf artikelen. Mocht het nog niet duidelijk zijn, dan is de preek het wel. Er is maar één Naam waardoor we zalig moeten worden. Wie die Naam kennen hebben een ander Vaderland, in welke omstandigheden ze nu ook verkeren.
Samen bidden we voor de status van deze vluchtelingen. Ze willen hier zo graag blijven. Ook bidden we voor hun familie in het land van herkomst. Even zijn we samen bezorgd en brengen we die zorgen met elkaar bij de Heere. Even vinden christen-vluchtelingen in onze gemeente een warm thuis en horen andere vluchtelingen wellicht voor het eerst over Jezus Christus.
Vluchtelingen zijn niet zelf baas over hun bestemming en kerkgang. Wij kunnen ze hier in Nederland wel een thuis bieden in onze gemeente. Dan kunnen we, na onze welverdiende vakantie, ook samen met ontheemden op weg naar het nieuw Jeruzalem.
Arjan Baarssen