Soberder leven
De oproep om de tering naar de nering te zetten berust niet op een diepzinnige filosofenwijsheid maar is een basale volkswijsheid, schrijft mr. G. Holdijk..
Ook simpele gezegden kunnen echter ‘vergeten’ worden, vooral als de nering zich voortdurend in opwaartse richting beweegt. Daarom heb ik toch maar even de uitleg van K. ter Laan in diens Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen geraadpleegd: ‘de vertering, d.i. zijn uitgaven regelen naar de nering = naar de opbrengst van winkel of bedrijf.’
Onderzoeksbureau Motivaction doet sinds 1998 onderzoek onder duizend mensen. Onlangs verscheen van dit bureau het rapport Mentaliteitstrends 2013. Daaruit blijkt dat ruim een derde van de ondervraagden zegt uit eigen beweging (!) gekozen te hebben voor een soberder leven. Vijftien jaar geleden lag dat percentage op nog geen kwart (23 procent); een toename van elf procent, maar dus nog geen procent per jaar.
Deze uitkomst zou erop wijzen dat Nederlanders in toenemende mate accepteren dat de welvaart vermindert. Zij zouden minder materialistisch zijn geworden, minder hechten aan bezit, vooral aan méér bezit en bezit van het allernieuwste. Deze ontwikkeling blijkt evenwel niet voort te komen uit ideële motieven, zoals bijvoorbeeld een grotere bezorgdheid over de toekomst van de aarde.
Duidt deze trend nu op het in praktijk brengen van bovengenoemd gezegde? Het lijkt er sterk op. Het rapport legt er, zo lijkt het in elk geval, enige nadruk op dat de toepassing van deze volkswijsheid uit vrije wil of uit eigen beweging plaats vindt. Vraag is natuurlijk of dat ook zo is en hoe dat te verifiëren valt. Hoe raadzaam en verstandig het ook moge zijn om de uitgaven aan te passen aan de inkomsten (en dus geen schulden te maken), is er ook niet sprake van een dwingende noodzaak? Hoe vrijwillig is die stap terug te noemen? Is het geen ‘bekering’ onder dwang?