Supervisie
Een predikant begeleidt zijn gemeenteleden pastoraal. Hij trekt een stukje van de weg met hen op. Maar wie zorgt er intussen voor de pastor zelf? Wie trekt er met hem op en corrigeert hem waar nodig, vraagt ds. K. van Meijeren zich af.
Jaren geleden kreeg ik na een mentoraatperiode als teken van dank een kaart waarop de Emmaüsgangers staan afgebeeld. We zien Kleopas en zijn vriend, die op weg zijn, vergezeld door een Derde, de verrezen Heiland.
Er is een verrassend element in deze afbeelding: één voet van de Opgestane staat dwars. Dat heeft een diepe betekenis. Christus trekt met Zijn reisgenoten op. In die zin sluit Hij bij hun geloofs- en gedachtewereld aan. Maar… Hij zet hun onderweg ook genadig de voet dwars. Hij brengt hen op andere gedachten en leidt hen op een ander, heilzaam spoor. Hun mistroostige opmerking ‘wij hoopten dat Hij het was die Israël verlossen zou’, verandert in ‘was ons hart niet brandend in ons?’ (Luk.24:21,32). Het komt bij hen tot dieper inzicht.
Deze geschiedenis is een sprekend beeld van de pastorale begeleiding van mensen. Een predikant trekt een stukje van de weg met zijn gemeenteleden op, soms korter, soms langduriger. Of hij vergezelt hen die zomaar op zijn pad komen.