Waar bent u naar op zoek?

De gemeente in de eindtijd gaat het daglicht tegemoet.

04-04-2016

Velen ervaren het leven als onheilspellend. Dit gevoel wordt gevoed door gebeurtenissen in het recente verleden. Maar: er is hoop, aldus ds. H. Russcher.

In 2013 verscheen het boek Apocalyps van de Nederlandse auteur Arnon Grunberg. Het is een bundeling van korte verhalen die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat er in het leven van de hoofdpersonen van alles mis gaat. Niemand is veilig in Grunbergs omineuze universum, zo lees ik op de achterflap. Het einde voelt voortdurend als nabij. Vandaar de titel Apocalyps.

Zoals in het boek van Grunberg het noodlot voortdurend toeslaat in het kleine leven van mensen, zo beleven velen het wereldgebeuren. Het is een wachten op doomsday, de oordeelsdag. De vooruitgangsmythe van de negentiende eeuw heeft schipbreuk geleden in de twintigste, de bloedigste eeuw ooit.

Dag des Heeren

Voor die ondergangsstemming heeft de seculiere wereld een term geleend uit de Joods-christelijke traditie: apocalyptisch. Men onderkent blijkbaar niet dat de Joodse en vroegchristelijke apocalyptiek juist een boodschap bevat van hoop in gevaar: er zal verlossing komen. De dag des Heeren nadert.

In het Joodse denken begint de dag met de avond. Elke dag is afbeelding van de naderende dag des Heeren. Vóór die dag aanbreekt, volgt een tijd van donkerheid. Maar we leven het daglicht tegemoet. Daarom klinkt voortdurend de oproep om te waken, om het aanbreken van de dag bewust te beleven.

Die gedachte heeft mogelijk zijn oorsprong in de tempelliturgie. We waken om de lof van God in de morgen te zingen. Hierbij kunnen we aan Psalm 108 denken. De HSV heeft hier correcter vertaald dan de Statenvertaling. Het is niet: ik zal in de dageraad ontwaken. Als je door het daglicht gewekt moet worden, ben je te laat, schrijft Paulus in 1 Thessalonicenzen 5. Je moet lezen: Ik zal de dageraad doen ontwaken. Dat gebeurt door Psalmen te zingen en te musiceren. De gemeente leeft lofzingend de nieuwe dag tegemoet.

Zonder hoop

Hopen is een existentiaal, een wezenskenmerk van het mens-zijn. Dat wisten de oude Grieken al. Volgens een verhaal uit de Griekse mythologie gaf Zeus aan een vrouw, Pandora, een doos waarin allerlei rampspoed, ziekte en ellende zat opgesloten. Pandora lichtte uit nieuwsgierigheid het deksel op en direct vlogen alle ziekten en kwalen eruit om zich over de wereld te verspreiden. Haastig klapte ze de doos weer dicht en toen bleek dat er nog één ding was achtergebleven: de hoop om de mensheid te midden van alle rampspoed te troosten.

Maar Paulus karakteriseert het heidendom van zijn tijd kort en goed: zonder God en daarom zonder hoop in de wereld. We zien het ook vandaag. In het leven van veel mensen is het eeuwigheidsperspectief verdwenen of geweldig vervaagd. We zitten in een trein die rijdt naar niemandsland, zingt de populaire zanger Frans Bauer.

Lees de volledige tekst van het artikel in De Waarheidsvriend van 8 april 2016.