Dr. J. Hoek neemt afscheid als hoogleraar
Bestudering van de christelijke vroomheidstraditie is van groot belang, zegt dr. J. Hoek. Ze is een gouden draad die de verschillende vakken van de opleiding tot predikant onderling verbindt. De theoloog uit Veenendaal is sinds deze week emeritus.
Dr. Hoek trad begin 2006 in dienst van de Gereformeerde Bond als bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit. Ter gelegenheid van zijn afscheid belegde de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) afgelopen dinsdag samen met de Gereformeerde Bond een minisymposium, terwijl gisteravond een afscheidssymposium van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) was.
‘Persoonlijk heb ik het als een mooie ontwikkeling en vooral als een bijzondere leiding van God in mijn leven beschouwd om als 55-jarige hoogleraar te worden. De rijping die ik als docent in Ede − en ook al een kortere tijd als parttime hoogleraar in Leuven − had doorgemaakt, kwam bij mijn aanstelling als hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond goed van pas. Ik kreeg nu de gelegenheid mij in een bepaald deelterrein van de theologie nader te verdiepen.’
Dat onderzoeksterrein was niet geheel nieuw, want het sloot aan bij zijn promotiestudie van jaren eerder. ‘De eerste tijd was er maar één dag in de week voor mijn bijzonder hoogleraarschap beschikbaar. Dat vond ik erg pittig en ik zou dat niet lang hebben volgehouden. Gelukkig kwam er daarna ruimte voor uitbreiding tot twee dagen per week.’
Toch is het in zijn algemeenheid zeker niet ideaal om zo laat in de universitaire wereld te gaan werken, vindt dr. Hoek. ‘Het mooiste en het meest vruchtbaar is wanneer je daartoe op jongere leeftijd de gelegenheid krijgt, zoals bij mijn collega’s Van den Belt en Van den Brink. Al moet je daar dan wel weer bij zeggen dat de ervaring die je als predikant in de gemeente opdoet, onmisbaar is. Dus het andere uiterste – een weg linea recta via promotiestudie en een postdoc-aanstelling naar het hoogleraarschap – is volgens mij niet te verkiezen. De ambtelijke ervaring als predikant moet blijven resoneren in je werk als hoogleraar.’
Lees de volledige tekst in De Waarheidsvriend van 9 oktober 2015.