Ds. Ader in de pastorie van Nieuw-Beerta
Bastiaan Jan Ader (1909-1944) is een van de predikanten die in het verzet van de Hervormde Kerk een belangrijke rol hebben gespeeld. Het standaardwerk van H.C. Touw, Het verzet der Hervormde Kerk (1946), noemt hem met ere, schrijft dr. O.W. Dubois.
Ds. Ader blijkt een rijk begaafde en veelbelovende predikant te worden. Na een jaar vicariaat in Haarlemmermeer-Badhoevedorp doet hij in 1938 zijn intree in Nieuw-Beerta.
Dit is een bijna volslagen onkerkelijk dorp, waar de sociale tegenstellingen tussen de rijke liberale boeren en de doodarme communistische arbeiders dan buitengewoon groot zijn. Hier groeit hij in de oorlogsjaren uit tot een belangrijke verzetsfiguur. Zijn naam leeft nog steeds voort.
In het bijzonder wordt zijn gedachtenis levendig gehouden door het boek dat zijn echtgenote J.A. Ader-Appels (1906-1994) over de oorlogsjaren schreef: <i>Een Groninger pastorie in de storm<p> (1947). Dit boek getuigt van een grote en tere liefde voor haar man en treft je steeds weer door zijn zuivere christendom en voornaamheid van toon.
Ader woont weliswaar in een betrekkelijk geïsoleerd dorp in een destijds afgelegen provincie, maar de oorlog is dichtbij. Nieuw-Beerta ligt immers dicht bij de Duitse grens en vanuit de pastorie kunnen de steeds heviger wordende bombardementen op Emden worden gevolgd. Men is getuige van een schouwspel dat, zo schrijft mevrouw Ader, groots zou zijn geweest als het niet zo gruwzaam was: het gezicht van vallende granaten die grote lichtende strepen tegen de hemel trekken als een vuurwerk.
Mevrouw Ader weet wel dat die bombardementen nodig zijn voor de overwinning op Duitsland, maar zij denkt aan de moeders die daar in donkere kelders met slapende of huilende kinderen in de armen zitten. Zij wordt bevangen door gevoelens van schuld en schaamte en walging.
Lees de volledige tekst in De Waarheidsvriend van 11 september 2015.