Tweemaal per zondag naar de kerk?
Uit Hebreeën 10:25 is onmogelijk op te maken dat ambtsdragers (laat staan gewone gemeenteleden) worden opgeroepen tweemaal per zondag de erediensten bij te wonen, schrijft iemand. Ds. C. Boele gaat na of dit zo is.
Laat ik beginnen met in te zoomen op de tekst uit Hebreeën 10. Uit het verband blijkt dat de schrijver van de Hebreeënbrief zich grote zorgen maakt. Waarom? Omdat een deel van de lezers aan wie hij schrijft, dreigt ‘achterop te raken’ (4:1, 12:15). Ze hebben te maken met tegenstand en tegenwerking. Ze moeten lijden vanwege hun geloof. Kortom, ze volharden niet in geloof, hoop en liefde. Vandaar rondom Hebreeën 10:25 enkele vermaningen en aansporingen, die steeds beginnen met de woorden: ‘laten wij’ (vs. 22,23,24,25). Alle lezers worden aangespoord, maar laten ze ook zorg hebben voor en betrokken zijn op elkaar.
Nu worden de woorden ‘de onderlinge bijeenkomst’ (mogelijk omdat we in de grondtaal het woord ‘synagoge’ terugzien) doorgaans uitgelegd als de gemeentelijke zondagse samenkomst, de kerkdienst. In de grondtaal staat voor ‘bijeenkomst’ een woord dat ‘bijeenvergadering of samenkomst’ betekent. En het achterliggende werkwoord heeft als betekenis: ‘erbij brengen, verzamelen, vergaderen tot één punt’. Wat wordt hier bedoeld?
Wanneer we in het Nieuwe Testament zoeken waar dit (werk)woord vooral te vinden is, dan blijken dat allemaal teksten te zijn die over de eindtijd, de eschatologie gaan (Matt.24:31; 1 Thess.4:17; 2 Thess.2:1). Ik denk ook aan het woord dat de Heere Jezus sprak: ‘Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild!’ (Matt.23:37). Dat zien we ook in Hebreeën 10 terug, waar aan het einde ‘de grote dag’ genoemd wordt, de dag van Christus’ wederkomst (25).
Het volledige artikel is te lezen in De Waarheidsvriend van 30 januari 2015.