BGT duidelijk én vertroebeld
Het Nederlands Bijbelgenootschap wil met de Bijbel in Gewone Taal (BGT) een Bijbel uitgeven die voor iedereen begrijpelijk is, zo staat in het voorwoord. Daarmee streeft het NBG iets na wat in feite onmogelijk is, schrijft ds. G. van Zanden.
Het is een zuiver reformatorische doelstelling om de Bijbel voor iedereen toegankelijk te willen maken. Eén van de motto’s van de Reformatie was: sola scriptura (‘door de Schrift alleen’). Daarmee bedoelden de reformatoren dat de Bijbel uiteindelijk de enige autoriteit is voor alles wat met dit leven en het eeuwige leven te maken heeft.
Daarmee plaatsten ze zichzelf in de lijn van de jonge gemeente te Berea (Hand.17:11) en gaven ze gehoor aan de impliciete opdracht van de Heere Jezus om de ‘Schriften te onderzoeken’ als het gaat over het tijdelijke en het eeuwige (Joh.5:39, vgl. Jes.34:16).
Maar dan is ‘van horen zeggen’ niet genoeg; de gelovige moet zelf toegang hebben tot Gods Woord. Vanuit die gedachte verschenen in het Europa van de zeventiende eeuw de eerste protestantse bijbelvertalingen in de volkstalen. In Nederland verscheen in 1637 de Statenvertaling, een zeer nauwkeurige vertaling waaraan de grootste theologen en bijbelwetenschappers die Nederland toen rijk was een bijdrage leverden.
De Statenvertaling probeert zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de oorspronkelijke tekst. Hierdoor kan iemand die het Hebreeuws, Aramees en Grieks niet beheerst toch iets proeven van de oorspronkelijke teksten, ook al is de vertaling niet altijd even mooi en begrijpelijk.
De Statenvertaling heeft eeuwenlang een grote invloed uitgeoefend op onze taal. Let wel: niet alleen op de geloofstaal, ook op de ‘gewone’ omgangstaal. Naarmate het geloofsleven in Nederland afkalfde en de geloofstaal minder bepalend werd voor de dagelijkse taal, zouden die ‘gewone’ taal en de taal van de Bijbel echter steeds meer uit elkaar groeien.
Het volledige artikel is te lezen in De Waarheidsvriend van 30 januari 2015.