Reactie op brief dr. A.J. Plaisier aan predikant
Geachte broeder Plaisier, wat een mooi gebaar om vanuit de landelijke kerk een herderlijke brief te ontvangen. Na al het prachtige promotiemateriaal vanuit de Protestantse Kerk doet deze brief weldadig aan, schrijft ds. G.J. Codée.
Vooral omdat in deze brief heel duidelijk een collega spreekt die het ambt hoog heeft. Dat was trouwens ook al te merken in de brief aan de ambtsdrager. Even geen woord over beleidsplannen, visienota’s, permanente educatie, mobiliteit en dergelijke: een verademing.
Heel duidelijk komt naar voren dat het ambt van predikant niet vrijblijvend is, maar dat er een belangrijke opdracht aan verbonden is. Om dienaar van het Woord te zijn en dat Woord te verkondigen. Dat je bent vrijgesteld om Gods Woord te bestuderen om vandaaruit leraar te zijn. Maar ook om herder te zijn. Een mooie volgorde: eerst leraar en dan herder. Eerst God en Zijn Woord en dan pas de mensen en hun verhaal.
Je bént dominee, levenslang. Het is dus meer dan alleen maar je werk, parttime of fulltime. Dat woord levenslang blijft wel even haken. In uw brief klinkt in dat woord ook wel iets van de zwaarte van het ambt door. Je hebt levenslang! Naast de vreugde komt hiermee het verdriet naar voren, de zaken die het ambt zo zwaar maken, de teleurstelling in mensen. Maar ook je eigen kleine geloof, dat soms veel te weinig gevoed wordt. Je moet zelf ook leven uit de woorden die je verkondigt.
Uit ervaring weet ik dat dr. Plaisier met veel (beginnende) predikanten in gesprek is. Uit die gesprekken komt blijkbaar naar voren dat veel collega’s naast vreugde ook veel verdriet ervaren in hun werk. Het wordt soms (vaak?) ervaren als ploegen op de rotsen. Je krijgt soms zo weinig te zien van het resultaat van al je werk.
De complete brief is te lezen in De Waarheidsvriend van 21 november 2014.