Suze van Hall, een markante protestantse vrouw
Een lieve, jonge vrouw met vastheid van karakter en geloofsovertuiging. Zo valt Suze van Hall-Schermbeek (1816-1844) te typeren. Ze is slechts 27 geworden. Dr. O.W. Dubois haalt deze markante protestantse vrouw naar voren.
‘Zoo langzaamaan schijnt het toch dat de ure voor mij meer het einde nadert voor dat vaderland daar onze woning bereid is en ook hij mij reeds voor vijf jaar voorging.’
Deze woorden schrijft Suze van Hall-Schermbeek (1816-1844) op 22 december 1843, enkele weken voor haar overlijden, aan de afgescheiden predikant H.P. Scholte, vriend van haar vroeg overleden man Anne Maurits Cornelis van Hall (1808-1838) en haar trouwe geestelijke leidsman in haar laatste levensjaren.
Helena Susanna van Schermbeek groeit te Utrecht op in een welgesteld en liberaal-godsdienstig milieu. Hier ontmoet Suze, een lieflijke en innemende verschijning, de Amsterdamse advocaat Anne Maurits Cornelis van Hall, die evenals zij een gematigde godsdienstige opvoeding heeft genoten. Eind 1830 voltrok zich echter een diepe geestelijke ommekeer in hem en sindsdien kan hij zich onmogelijk meer overgeven aan de vlakke godsdienst en wereldse vermaken van zijn omgeving. De diepe ernst die over heel zijn wezen ligt maakt indruk op de gevoelige en ontvankelijke Suze. In 1832 verloven zij zich en in 1835 trouwen ze. Na een jaar in Amsterdam te hebben gewoon, verhuizen ze in 1836 naar Den Haag.
Het huwelijk van Suze en Maurits kent een diepe geestelijke verwantschap, naar Suze’s woorden te danken aan de genade dat zij beiden de keuze voor de Heere hadden mogen doen.
Suze is gelukkig in haar huwelijk, maar de uiterlijke omstandigheden leggen een zware last op haar. Door hun keuze voor de Afscheiding in 1836, waartoe zij eerst na zware innerlijke strijd zijn gekomen, zijn zij en Maurits – wiens roem voortleeft als advocaat van de afgescheidenen – in een maatschappelijk isolement terechtgekomen. Het eenvoudig milieu van de afgescheidenen is immers volledig tegengesteld aan de kringen van Maurits en Suze – maar in deze eenvoudige kring en in de prediking van predikanten als Scholte vindt zij voedsel voor haar hart. Een hart dat evenals dat van haar man brandt van ijver voor haar Heiland.