Waar bent u naar op zoek?

Gehoorzaam leven

02-08-2014

‘Horig en mondig' is het jaarthema van de Gereformeerde Bond, maar hoe verhouden mondigheid en horigheid zich tot elkaar? Wat is de ruimte en de grens van de christelijke mondigheid? Tegelijk, wat houdt christelijke gehoorzaamheid in?

Wie nadenkt over de gehoorzaamheid van een christen, moet bij de gehoorzaamheid van Christus Zelf beginnen. Christelijke gehoorzaamheid is geen item dat op zichzelf staat. Integendeel, christelijke gehoorzaamheid leeft van de gehoorzaamheid van Christus.

Los van Christus vervalt christelijke gehoorzaamheid tot een vruchteloos en vreugdeloos bedrijf. Want altijd weer ontmoet een christen zichzelf als van huis uit een kind van Adam. Je kunt niet teren op je eigen vroomheid. De christelijke gehoorzaamheid komt alleen van de grond wanneer je met Paulus kunt zeggen: ‘Christus leeft in mij.’

Dan gebeurt er ook wat, al blijft het in deze bedeling gaan met lek en gebrek. Het is onmogelijk dat zo wie Christus door een waarachtig geloof ingeplant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid (HC, antw.64). Dat is sterke taal: het is onmogelijk. Waar de geloofsverbinding met Christus is, komt het leven tot bloei voor God.
‘Buiten het geloof in Christus is er geen plaats noch voor een godzalig leven, noch voor de practijk der godzaligheid.’ (J.G. Woelderink)

Gehoorzamen heeft met horen te maken. Dit horen is meer dan alleen maar aanhoren. Het gaat om gehoor geven. Je neemt de boodschap ter harte en handelt ernaar.
Bij de christelijke gehoorzaamheid geldt dit niet alleen ten aanzien van Gods geboden. Maar ook als het gaat om het Evangelie. Dat is het goede nieuws over Jezus Christus, Die is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging. Die boodschap wordt in deze wereld verkondigd. Er klinkt bevrijdend nieuws. Daaraan is de oproep om deze boodschap gelovig te aanvaarden, verbonden. Aan deze oproep is alle vrijblijvendheid vreemd. Er is een bevel tot geloof dat gehoorzaamd wil worden.