Beste dominee, beste Johan – over wie de gelovige is
Wie is de christen? Is hij verloste? Of is hij zondaar? Twee briefschrijvers gaan deze en de volgende twee weken over het thema met elkaar in gesprek. Over bevrijding, de Romeinenbrief, de zondagse preek en meer.
Beste dominee,
Graag wil ik u een aantal zaken in deze briefwisseling voorleggen die ik als gemeentelid beleef en ervaar in mijn gemeente. Ik ben opgegroeid in een hervormd-gereformeerde gemeente waar ik tot op heden lid van ben. Mijn ouders hebben het geloof in Jezus Christus echt voorgeleefd en hebben me in woord en daad laten zien wat het betekent om Hem te volgen. Daarnaast heb ik ontzettend veel te danken aan broeders en zusters in en vooral buiten de ‘eigen’ gemeente, van wie ik gaandeweg van alles heb geleerd.
Hierdoor wist ik al op jonge leeftijd dat ik een kind van God mocht zijn. Dat ik hierover ook nooit echt in grote onzekerheid heb verkeerd, zie ik als een bijzondere genade van God. Toen ik zo’n jaar of 20 was en belijdenis had gedaan, gaf de behandeling van de Romeinenbrief op de bijbelkring mij een enorme geloofsverdieping. Ik ontdekte dat ik door het geloof met Christus gekruisigd en opgewekt ben en dat mijn oude mens is gestorven! Onze oude natuur doet ons nog zondigen, maar we worden er niet meer door beheerst. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Ik ontdekte mijn ‘staat’, namelijk dood voor de zonden, want ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God (Gal.2:20). Dat er om heilig te leven in mijzelf geen kracht was, wist ik wel (Rom.7), maar in Romeinen 8 leerde ik de Krachtbron kennen, de Heilige Geest.