Waar bent u naar op zoek?

Souterliedekens spraken tot het hart van gewone mensen

07-06-2017

De opkomst van het protestantisme heeft in de Nederlanden een enorme hoeveelheid literatuur opgeleverd. Die was niet alleen afkomstig van theologisch geschoolden of predikanten, schrijft dr. J. de Jong-Slagman.

Ook het gewone volk voelde zich er sterk bij betrokken. Velen hadden de behoefte om de nieuwe leer bij te vallen in gedicht en lied, maar ook om erover in gesprek te gaan. Het lezen van de Bijbel was niet meer alleen in het Latijn en voor de clerus, maar voor iedereen in de eigen taal.

Geliefd genre

Voor de rederijkers, die de toon aangaven in de letteren, was het lied een geliefd genre. Zij vonden het een goed medium, een machtig instrument: het was toegankelijk en zou daardoor veel ingang vinden bij het volk. De liederen en gedichten die thuis en in rederijkerskamers geschreven en overal verzameld werden, konden niet verspreid worden zonder een goed ontwikkelde grafische nijverheid. Daarvan lag het centrum in Vlaanderen. In Antwerpen verschenen de bundel Souterliedekens en Den geestelijcken ABC, een lang religieus gedicht. In beide literaire producten heeft de nieuwe leer een prominente plaats.

Souters

Uitgever Simon Cock uit Antwerpen had een goed inzicht in zijn tijd en niet minder in de commercie. Hij publiceerde in 1540 de bundel Souterliedekens, de hele reeks van 150 berijmde psalmen in de volkstaal. Het woord souter betekent psalmen, en liedeken is het verkleinwoord van lied. ‘Psalmenliedjes’ zou een goede vertaling zijn.

De verzamelaar van deze berijmde psalmen was de Utrechtse jonkheer Willem van Zuylen van Nyeveldt. Hij had zelf een groot aantal berijmingen gemaakt en de bundel vervolgens aangevuld met door anderen berijmde psalmen. De souters waren kwalitatief goede psalmberijmingen, maar de kracht ervan lag daarin dat zij goed te zingen waren.

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 8 juni 2017.