Eén minuut per dag bidden
We staan aan de vooravond van de week van gebed. De oproep om te bidden komt aan het begin van het jaar, vlak na de kerstvakantie, wanneer we weer dreigen opgeslokt te worden door de drukte van onze agenda, constateert dr. J.A. van den Berg.
We worden aangespoord om de wereld en de kerk, de voortgang van het evangelie, en allerlei andere dingen bij God te brengen. Graag deel ik een ervaring ter bemoediging.
Onlangs zocht ik een document dat ik geschreven had toen ik predikant was in Groningen. Daarbij stuitte ik tot mijn verrassing op een opening voor een kerkenraadsvergadering van vlak voor de zomer van 2010. De lezing was uit Jacobus 5, waar onder andere staat dat het gebed van de rechtvaardige, veel tot stand brengt. Waarschijnlijk geïnspireerd door ds. Paul Visser, die vaak aanspoort om in ieder geval één minuut per dag te bidden voor de voortgang van het evangelie, gaf ik aan de kerkenraadsleden als suggestie mee dat ze elke dag van de zomervakantie minstens één minuut voor de gemeente en voor elkaar zouden bidden. Als aandachtspunten somde ik op: verootmoediging over zonden in de onderlinge relaties; voorbede voor elkaar en in het bijzonder voor de mensen met wie we het meeste moeite hadden gehad; een gebouw voor het (missionaire) werk van de gemeente; dat God genoeg mensen zou geven voor het werk in de gemeente; dat God mensen zou aanraken en tot geloof brengen in het nieuwe seizoen na de zomer.
Verhoring
Het ontroerde me om dit ruim zes jaar later terug te lezen. Mijn eerste tijd in Groningen was niet makkelijk. Toen ik aantrad, was er een conflict in de gemeente. Het was moeilijk om kerkenraadsleden te vinden. We hadden geen eigen ruimte voor het kerkenwerk en de beschikbare ruimte voor missionair werk was veel te klein.
Dat is niet zo gebleven, integendeel.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 12 januari 2017.