Waar bent u naar op zoek?

Het wenkend vaderland

07-12-2016

Jezus Christus maakt ons vreemdelingen, want Hij is gekomen om de wereld te redden van het verderf. Hij, de tweede Adam, stierf aan het kruis om de schepping te verlossen, schrijft ds. J.A.W. Verhoeven.

Als de Eersteling van die herschapen werkelijkheid is Hij opgestaan op de derde dag.

Het is niet de ellende van deze wereld die ons tot vreemdelingen maakt, maar het zijn de beloften van God die ons doen uitzien naar Zijn toekomst. Er gaat een ongelooflijk nieuwe wereld voor ons open in de opgestane Heere. Hij is ons Hoofd, onze Voorloper, zegt de Hebreeënbrief. Dat vooruitzicht, waar de zonde verleden tijd is, wenkt. Het vormt een nu nog onzichtbare realiteit, waar God geëerd wordt en waarin alle dingen recht voor God zullen staan.

Wie dat eenmaal heeft gezien, al is het maar een fractie ervan, die heeft nooit meer genoeg aan deze wereld. Wie daarvan heeft geproefd, al is het maar een voorproefje, die is dorstig geworden naar God: mijn ziel bezwijkt van verlangen, wanneer zal ik binnengaan?

<b>Hoop</b>

Vreemdelingschap hangt samen met hoop. Hoop brengt vreemdelingschap voort. Het is de belofte van God, die ons ter ore is gekomen en die in ons hart is blijven haken − door te luisteren naar die stem zijn wij vreemdelingen geworden.

De opstanding van Christus is de garantie en het allereerste begin van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Wie Christus kent en door het geloof aan Hem verbonden is, leeft hoopvol. Er is hoop voor de totale schepping. Heel de schepping zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf. De schepping zucht, schrijft Paulus in de Romeinenbrief. En zij doet dat niet alleen, ook wij zuchten samen met de Heilige Geest. Het is echter een hoopvol zuchten. Het is het zuchten van een barende vrouw. Het nieuwe leven komt eraan.

Deze hoop gloeit door de hele Bijbel heen. Wij verwachten immers naar Zijn belofte een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Er wordt voor ons een erfenis bewaard − onvergankelijk, onbevlekt, onverwelkbaar. (1 Petr.1:4-5)

Er zal aan ons een heerlijkheid geopenbaard worden − zelfs de schepping wacht erop dat de kinderen van God geopenbaard zullen worden. (Rom.8:18v.) Dat alles is te danken aan Christus, ‘onze Hoop’. (Kol.1:27)

<b>Gereed voor vertrek</b>

Als ik goed peil, leeft deze verwachting op de toekomst van de Heere in onze geloofsbeleving veel te weinig. Met als gevolg dat ook de vreemdelingschap in het gedrang komt.

Als Christus ons niet werkelijk regeert, ons leven niet stempelt, zijn we weerloos voor de invloeden van andere heren. Dan raken we aangepast aan het schema (dat Griekse woord staat in 1 Kor.7:31) van deze wereld en raak je thuis in de wereld.

Augustinus schreef: ‘Laat ons nu al een begin maken met de verhuizing naar waar wij allen terecht willen komen.’

Wanneer we een vreemdeling zijn geworden door de liefde van Christus, voelen we ons niet meer thuis in het klimaat op aarde. Vreemdelingschap wordt concreet in afstand houden van de goden van de huidige tijd. Je doet niet mee in de verafgoding van de economie. Je raakt innerlijk vervreemd van de prestatiecultuur. Je ontmaskert de tijdgeest, die wil dat wij ons leven als ons eigen project in handen nemen: zelfbeschikking, zelfontplooiing. De sportverdwazing bekijken wij met ogen van buitenstaanders.

We hoeven niet zo nodig alles uit het leven te halen wat er in zit, omdat we weten dat dit hele leven een voorbereiding is op het eeuwige leven.

<i>Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 9 december 2016.</i>