Waar bent u naar op zoek?

Drs. J. Braaksma: Hulp Oost-Europa ondersteunt lokale kerken

20-09-2016

De veertigjarige stichting Hulp Oost-Europa gaat terug op het werk van de hervormde predikant ds. J. van Rootselaar, die in de laatste jaren van zijn actieve predikantsleven over verdrukte christenen in Hongarije hoorde, vertelt drs. J. Braaksma.

Ds. Van Rootselaar, die toen in IJsselmuiden stond, maakte in 1974 voor het eerst kennis met de situatie in Oost-Europa. De nood daar greep hem aan en hij legde veel momenten vast op dia’s. Met zijn dialezingen ging hij de gemeenten langs en bracht hij veel geld op. Het vormde de aanloop tot de oprichting van de hervormd-gereformeerde stichting Hulp Oost-Europa (HOE) die op 29 januari 1976 als stichting notarieel werd vastgelegd.  Voorzitter J. Braaksma blikt terug.

Bijbelsmokkel

‘Toen HOE werd opgericht, was het de spannende periode van het smokkelen van Bijbels (meestal in speciaal daartoe verbouwde campers), het produceren en vertalen van christelijke lectuur en diaconale ondersteuning van gemeenten en predikanten, zodat zij in de communistische tijd staande konden blijven. Tijdens reizen werden christenen bezocht. Bijbels en boeken werden gebracht en door gebed en gesprek werden broeders en zusters bemoedigd. Dat gebeurde wederkerig. Voor Nederlandse christenen was het bemoedigend om te zien hoe de kerk in stand gehouden werd en voor de Oost-Europese gelovigen was het bemoedigend om te ervaren dat er aan hen gedacht werd, dat er gebeden werd en dat er in het Westen oog was voor hun situatie.

Veel van de huidige predikanten waren toen kind en ze vertellen ons soms wat het voor hen betekende als ze bezoek uit het Westen kregen. Enerzijds bemoedigend, anderzijds soms ook bedreigend, omdat kort na het vertrek van de Hollandse gasten de geheime dienst navraag kwam doen.’

Welke invloed hebben de val van de Muur en de toetreding van veel Oost-Europese landen tot de Europese Unie gehad op het werk van HOE?

‘Na de Wende, de val van het IJzeren Gordijn (1989), brak een intensieve periode van opbouw aan. Voor onze prioriteiten betekende dat veel ondersteuning in kerk- en gemeentebouw, met nadrukkelijk aandacht voor materiële hulpverlening.

Zo rond de tijd dat veel landen toetraden tot de Europese Unie, verschoof voor ons de prioriteit naar vorming en toerusting op het gebied van kinder- en jeugdwerk, onderwijs en lectuurwerk.’

Lees de volledige tekst van dit interview in De Waarheidsvriend van 23 september 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)