De Geest van Pinksteren is genadig en is een bidder
In de Schrift vinden we diverse aanduidingen voor de Heilige Geest. Een treffende benaming is de Geest van de genade en de gebeden, analyseert ds. J.C. Schuurman.
Te denken valt verder aan omschrijvingen als ‘de Geest van de Waarheid’ (Joh.14:17), ‘de Geest van aanneming tot kinderen’ (Rom.8:15) en ‘de Geest van uitbranding’ (Jes.4:4).
Genadige Geest
Als de Heilige Geest wordt verbonden met genade en gebeden, dan ligt daar om te beginnen in opgesloten dat Hij Zelf genadig is en ook Zelf bidt. Genade is een wezenskenmerk van de Geest. Dat heeft Hij niet van een vreemde, maar van de Vader en de Zoon. Omdat de Heilige Geest volgens de Geloofsbelijdenis van Nicéa van hen beiden uitgaat, deelt Hij ook in hun eigenschappen.
Daar valt in ieder geval de genade onder, omdat de Vader ‘de God van alle genade’ (1Petr.5:10) is en de Zoon ‘vol van genade’ (Joh.1:14) is. Ook de Heilige Geest gaat zeer genadig met zondaren om. Dat is maar goed ook. Anders zou de Geest het met geen mens kunnen uithouden.
Biddende Geest
Naast genadig is de Heilige Geest ook een bidder. Bij de aanduiding ‘Geest van de gebeden’ denken wij al gauw aan de gebeden waartoe Hij óns brengt. Dat is ook zeker het geval. Maar de Geest van Pinksteren doet Zelf ook gebeden.
Aan het einde van de Bijbel horen we Hem hartstochtelijk bidden om de wederkomst van Christus (Openb.22:17). Het valt voor de Geest niet mee om in deze gebroken werkelijkheid te verkeren. Bij Zijn inwoning in de gemeente loopt Hij voortdurend tegen ons zondige vlees aan. En dat botst, met alle pijn en moeite van dien. Ook de Heilige Geest ziet naar de doorbraak van Gods Koninkrijk uit. Vandaar dat Hij erom bidt: ‘Kom’.
Tegelijk zet Hij de gemeente als de bruid van Christus tot ditzelfde gebed aan. Zo weten we ook dat Hij voor de gelovigen pleit (Rom.8:26). Hiermee komt Hij ons zwakke bidden te hulp.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 13 mei 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)