De aprilsynode van de Protestantse Kerk leverde nieuws op voor de NOS. Nee, niet over de toekomst van de PThU, over het kiezen van een nieuwe preses of over hoe de kerk naar Israël en Gaza kijkt. Wel omdat een ‘Verklaring Omtrent Gedrag’ (VOG) voor ambtsdragers en vrijwilligers verplicht wordt.
Om daarmee – in een weergave van de vergadering van de synode van 19 en 20 april – dan maar te beginnen: bij de bespreking van wijzigingen in de kerkorde werd besloten dat per 1 juli 2025 voor alle ambtsdragers en anderen die namens een gemeente pastorale taken vervullen, een VOG moet worden aangevraagd. Ondanks de voorziene werklast voor de gemeenten geldt dit ook voor het jeugdwerk, voor die functies waarin gemeenteleden regelmatig leidinggeven aan minderjarigen.
De synode besloot tevens een breed moderamen van de classis ruimere mogelijkheid te bieden om sacramentsbevoegdheid te verlenen aan kerkelijk werkers die verbonden zijn aan een vacante gemeente. Dit besluit is tijdelijk en geldt lopende de discussie over het ambt in de Protestantse Kerk.
PThU
Belangrijk agendapunt was de stand van zaken rond de predikantsopleiding van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Het is een thema dat ver afstaat van de mensen voor en achter me in de kerkbank. En toch, de opleiding en vorming van predikanten is essentieel voor de identiteit van de kerk. Daarom stellen we de vraag: Wat is er de voorbije maanden gebeurd?
Nadat PThU en Vrije Universiteit in maart 2023 bekendmaakten dat de gezamenlijke bachelor Theologie zou stoppen, een jaar nadat de synode instemde met de verhuizing van de PThU naar Utrecht, diende de PThU op 30 november bij de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) de aanvraag voor een bekostigde bacheloropleiding in, die ze per september 2025 in Utrecht beginnen wil. Deze commissie adviseerde negatief, een advies dat de minister van OCW overnam. Ondertussen kondigde rector prof. Maarten Wisse in december zijn tussentijdse vertrek per 1 februari aan.
In de synode leefden daarom veel vragen: Komt er een eigen bacheloropleiding in Utrecht? En, hebben we die wel nodig? Nu mr. J.P.H. Donner na de kleine synode van 15 maart terugtrad als voorzitter van de raad van toezicht (rvt), voerde de synode het gesprek met interim-voorzitter mr. G. Endedijk en bestuursvoorzitter dr. C.P. Boele.
Zichtbare plek
Endedijk gaf aan dat uiterlijk 15 juni een nieuwe aanvraag bij de CDHO ingediend zal worden. ‘We willen in Utrecht een zichtbare plek waar kerk, academie en samenleving samenkomen en zijn geroepen het predikantentekort terug te dringen.’ De rvt wil vasthouden aan een eigen bachelor, juist omdat de trend is dat theologie minder zichtbaar wordt en opgaat in een faculteit Geesteswetenschappen. Mocht de minister ook de nieuwe aanvraag afwijzen, dan wil de PThU de bachelor bekostigen uit private middelen, de eigen reserves. Kiezen voor zelfstandigheid, in verbinding met anderen, dat is de koers.
Ds. A. van Lingen (Kinderdijk) vroeg om kritisch naar de inhoud van de opleiding te kijken, zodat ze een klassieke theologische opleiding zal zijn. Boele gaf aan dat er in dit opzicht de voorbije jaren echt een verbetering gerealiseerd is.
Oud.-kerkrentmeester M.A. Smalbrugge (Haarlem, tevens hoogleraar aan de VU) steunde het streven naar zichtbaarheid en een heldere identiteit. Hij vindt dat de afstemming met partnerinstellingen onder nul is. Zowel Endedijk als Boele sprak dit tegen; ze wezen erop dat afstemmingsoverleg vertrouwelijk is.
Ds. H. van den Belt (Woudenberg, tevens hoogleraar aan de VU en de TUA), vroeg of de kerk een eigen bachelor nodig heeft. ‘In de Hervormde Kerk waren er slechts enkele kerkelijke hoogleraren. Moet er echt een zesde bachelor komen, terwijl er jaarlijks zeventig studenten instromen?’
Prof. dr. E. van ’t Slot (als docent aan de PThU adviseur van de synode) vertelde dat de docenten met hart en ziel aan de nieuwe bachelor werken. ‘We hopen op morele steun van de synode.’
Na twee uur spreken was de synode geïnformeerd over de stand van zaken en voornemens. Endedijk gaf aan dat er arbeidsmarktperspectief is, omdat deze bachelor voorbereidt op de predikantsmaster. Het zal daarom een theológische bachelor zijn, om welke reden bestuurder en raad van toezicht de nieuwe aanvraag kansrijk achten.
Ik sluit dit thema af met de woorden waarmee preses ds. M.C. Batenburg afsloot: ‘We zijn geraakt door uw inzet en houden als synode graag contact, zodat het vertrouwen kan groeien.’
Joden en Palestijnse christenen
Een uur trok de synode uit voor de bespreking van de nota ‘Uw Koninkrijk kome. Als pelgrims onderweg met Joden en Palestijnse christenen’, een nota die een bijdrage tot de bezinning en heroriëntatie wil zijn en handreiking voor gesprek. Ruim een jaar geleden startte deze bezinning al, iets wat na de aanval van Hamas op 7 oktober nóg meer beladen geworden is. In november zal besluitvorming over de nota op de agenda staan – en op weg daarheen zullen ds. J.A.W. Verhoeven en ondergetekende op 21 mei deelnemen aan een consultatieronde.
Ds. H. van den Belt vroeg om een sterk accent op Gods trouw aan Israël, een notie waar als prijskaartje aanhangt dat Israël geroepen is tot recht en gerechtigheid. ‘De spanning die dit oplevert, mag iets meer in de nota zitten.’ Tevens maakte hij bezwaar tegen de uitspraak uit de nota dat ‘Joden, christenen en moslims in een gemeenschappelijke zending in de heiliging van Gods naam delen’.
Ds. A.N. van der Wind (Kerkwijk) meent dat het leed van de Palestijnen een groot accent krijgt. ‘We moeten er ons als kerk niet in laten meenemen dat dit de schuld van Israël is.’ Ook wil hij een oplossing niet zoeken in internationale verdragen. ‘Het hart van het geloof klopt in de verzoening, Jezus Christus is onze vrede.’
Diaken P.W. Burghgraaff (Gouda) signaleerde dat in de gemeenten het werk van ‘kerk & Israël’ op sterven na dood is. ‘Hoe bereiken we de gemeente?’
Ouderling mw. H.J. Vrijhof (Vries) wil zich juist wel vanuit het internationale recht oriënteren. ‘We moeten de ogen niet sluiten voor het leed dat Israël als bezettende macht veroorzaakt. Ik voel me meer verbonden met hen die lijden dan met theologische redeneringen.’
Ouderling L. van Hoorn (Hoevelaken) wilde weten hoe we ervoor zorgen dat de kerk bijbels-getuigend spreekt en niet politiek. ‘En wie bepaalt dat dan?’
Dr. E. Klootwijk, binnen de dienstenorganisatie wetenschappelijk beleidsmedewerker Kerk en Israël, merkte tot slot op dat ‘het geen cliché is als ik zeg dat we alle opmerkingen meenemen’. Hij benoemde dat het om een kerkelijk theologische nota gaat, waarbij de bede om de komst van het Koninkrijk uitgangspunt is.
Koninkrijk of verbond?
Laten synodeleden voor november nadenken over wat deze focus op het Koninkrijk inhoudt. Dat mag immers geen relativering betekenen van het verbond met Israël, dat in de naoorlogse hervormde discussie leidend was en waarbij het accent valt op de betrouwbaarheid van Gods beloften, die door diepten heen vervuld zullen worden. Die trouw van God is niet afhankelijk van Israëls gehoorzaamheid of politieke realiteit. ‘Ik doe het niet om u, huis van Israël, maar om Mijn heilige Naam, die u ontheiligd hebt onder de heidenvolken waarheen u gegaan bent.’ (Ez.36:22) In ons zicht op Israël gaat het om God Zelf, Zijn aanwezigheid in de wereld. Veelzeggend én actueel zijn om die reden Davids woorden uit Psalm 122: ‘Bid om vrede voor Jeruzalem, laat het goed gaan met hen die u liefhebben.’ De eerste roeping van de kerk blijft dat.
Tot slot, dit is de eerste Israëlnota die een paragraaf inruimt voor de Messiasbelijdende Joden, die oog heeft voor hun moeilijke positie. Opgeroepen wordt om zorg te hebben voor Joodse leden binnen de kerk. En: ‘Hun stem kan een rol spelen, of het nu om de bezinning op de relatie tussen Israël en de kerk gaat, om inzicht in en bestrijding van antisemitisme of om de toerusting van gemeenten tot de ontmoeting met Israël.’ Zeker nu antisemitisme met de week lijkt toe te nemen, mag de kerk niet wegkijken van dit immense, hardnekkige kwaad.
Huwelijk en relaties
Gods weg met Israël, Paulus spreekt in Romeinen 11:25 over een geheimenis, een woord dat hij in Efeze 5:32 ten aanzien van het huwelijk gebruikt. Het laatste uur voor de sluiting sprak de synode over ‘Seksualiteit, genderidentiteit, huwelijk en relaties’, een thema dat door ouderling C.M. Molenaar uit Veenendaal in 2022 geagendeerd is. Na de rapportage van een werkgroep en eerdere gesprekken in de synode deelde het moderamen als zijn waarneming dat inhoudelijke meningsvormende gesprekken over deze vier verwante thema’s weinig vruchtbaar zullen zijn. Ingezet moet daarom worden op het voeren van een veilig gesprek in de context van de gemeente.
Dr. P.A. Verbaan (voorzitter van de Generale Raad van Advies) noemde het pijnlijk om uit te moeten spreken dat we elkaar hierin niet vinden.
Ds. H. van den Belt vroeg zich af of het gesprek in de kerk en de duidelijkheid in de samenleving niet gediend zijn met een herderlijk schrijven. ‘Zelf ben ik er diep van overtuigd dat seksualiteit thuishoort binnen het huwelijk van man en vrouw. Als dit anderen pijn doet, betekent dit dan dat we niets kunnen zeggen?’ Hij wil graag verwoord zien waarin we elkaar wel kunnen vinden.
Oud. mw. A.G. van Steenwijk (Utrecht) – ‘ik reken mezelf tot de liberale kant van de kerk’ – zei zich verdiept te hebben in de visie van orthodoxe christenen. ‘Het heeft me begrip voor een ander standpunt gegeven.’
Ds. A.N. van der Wind wilde erkend zien dat het niet samen kunnen spreken op grond van de Bijbel een zwakte van de Protestantse Kerk is.
Oud. A. Haasnoot (Putte) noemde het spreken over zwakte juist pijnlijk voor mensen die transgender zijn.
In de synodevergadering van juni zal scriba dr. R. de Reuver een nieuw voorstel aanreiken over hoe het kerkelijk gesprek over huwelijk en seksualiteit gevoerd kan worden. De dienstenorganisatie zal de aanwezige handreikingen over ‘veilig gesprek’ onder de aandacht blijven brengen.
Het is daarom zoals vaak in besprekingen in de synode geldt: Wordt vervolgd.
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!