Stefan Paas legt de vinger op de zere plek: christenen kennen grote verlegenheid om aan tijdgenoten het Evangelie te communiceren. Je mist de taal en de bezieling. Moet je echt vertellen dat jouw gesprekspartner zonder Christus voor eeuwig naar de hel gaat? Maar wat zeg je dan wel?
‘Sidderend voor Gods oordeel komt een individu hulpeloos voor God te staan, maar door zich toe te vertrouwen aan Christus’ kruis kan er verzekering van zaligheid doorbreken.’ Dat vormde in het westerse christendom lang dé aansporing tot bekering.
Dr. Paas, hoogleraar Missiologie aan de Theologische Universiteit Utrecht, vertelt in zijn studie Vrede op aarde hoe in zijn jeugd steevast werd gewezen op deze bekeringsweg, die door hem ‘het piëtistisch bekeringsdrama’ wordt genoemd; en hoe hij als achttienjarige zo’n aanraking ervoer. Hij kijkt er respectvol op terug, maar stelt er nu ook vragen bij, want hoe universeel is deze inkleuring van heil? Resoneert dit wel in andere contexten?
Urgentie
Paas antwoordt ontkennend. Elders hadden bekeerlingen bijvoorbeeld vooral aandacht voor Christus’ overwinning op de machten. En voor onze samenleving voelt deze heilsweg niet meer goed: men vindt de kruisdood gewelddadig en de hel intolerant. In deze probleemstelling ligt voor mij de eerste waarde van Paas’ boek. Vanuit pastoraal en missionair werk herken ik de verlegenheid. Met voorgeprogrammeerde methodieken neem je de ander niet serieus. Maar hoe bereik je hun gevoel wel?
Paas legt de urgentie voor om het geloof opnieuw relevant te maken, want ‘wat niet ervaren wordt, kan niet heilzaam zijn’. Daarmee spoort hij niet aan tot activisme, want vanuit zijn expertise waarschuwt hij juist voor valkuilen. Hier ligt een tweede waarde van dit boek. Je ontvangt leerzame essays over de piëtistische zendingsgeschiedenis en andere onderwerpen. Knap hoe hij theologiegeschiedenis bondig weet te schetsen en te vervlechten met historische en sociologische ontwikkelingen.
"*" geeft vereiste velden aan