Wat is de impact van de prediking op het leven van de kerkgangers? Soms zitten mensen hun leven lang elke zondag stil in hun kerkbank, terwijl ze verder nauwelijks actief meedoen. Is er dan gebrek aan levend geloof? Daar kunnen we ons enorm in vergissen.
De goede Herder voedt en leidt Zijn schapen vanuit de zondagse verkondiging, dat mogen we niet onderschatten. Om dit concreet te maken, gebruik ik een fictief verhaal, samengesteld uit wat ik op verschillende plaatsen heb waargenomen. Hierbij heb ik dus niet specifiek iemand in gedachten, maar een aanzienlijk aantal kerkgangers samen.
Verlegen
In de kerkdiensten van zijn gemeente is Wim er altijd bij; tweemaal per zondag. Hij zit te luisteren, maar je komt er niet zomaar achter wat de dienst met hem doet. Wim is namelijk niet zo’n prater. In een gesprek met een ouderling die doorvraagt, komt er toch iets los. Voor Wim mag een preek best ernstig zijn. Hij is echter vooral blij wanneer er wordt gesproken over Gods genade, dat iedere zondaar welkom is bij Christus. Daarom houdt hij zo van de zondag. Verder vindt hij het moeilijk om er iets over te zeggen. Ze hebben hem al vaak uitgenodigd mee te doen aan de bijbelkring en andere activiteiten, maar elke keer houdt Wim dat af. De meeste gemeenteleden kennen hem daarom niet zo goed.
Op het werk vertelt een collega dat zijn buurvrouw flink in de zorgen zit. Wim weet wel wie zij is; het is een oudere vrouw uit de kerk. Wanneer hij even later met zijn bestelbus onderweg is, belt hij zijn vrouw. Zij wil wel even naar die oudere vrouw toe gaan om met haar te praten. Ze zal haar direct hulp aanbieden. Wim voelt zich bijzonder dankbaar voor zijn spontane en lieve echtgenote, want zelf is hij te verlegen om zoiets te doen. Als hij de zondag erna de buurvrouw van zijn collega de kerk ziet binnenkomen, zendt hij in stilte een gebed voor haar op tot God.
Evangelische gemeente
In de preek gaat het over eerlijkheid in het dagelijks werk. Dat roept bij Wim veel spanning op. Zijn werkgever draagt hem soms op iets op een bepaalde manier te doen waarvan hij weet dat de klant daarmee erg wordt benadeeld. In feite krijgt de klant niet wat er is afgesproken. Wat er in die preek is gezegd, laat Wim niet los. Na een paar weken begint hij erover tegen zijn baas. Hij krijgt een rood hoofd en komt moeilijk uit zijn woorden, maar met die dubieuze praktijk is het sindsdien wel over.
De kerkenraad heeft Wim op dubbeltal gesteld voor diaken. Daar schrikt hij van. Als hij ook nog wordt verkozen, volgen er slapeloze nachten. Het vliegt hem aan dat hij voorin de kerk zal moeten zitten en op vergaderingen over allerlei zaken mee moet beslissen. Wanneer er een week later wordt afgekondigd dat hij het helaas niet heeft aangenomen, kijkt Wim beschaamd naar de grond. ’s Avonds benadrukt de gastpredikant dat de HEERE Zelf voor Zijn kerk blijft zorgen. Dat bemoedigt Wim. De slotpsalm ontroert hem diep, al merkt niemand dat op.
Hij begrijpt er niets van dat ze destijds niet de andere broeder van het dubbeltal hebben gekozen. Dat is Tiemen, een man met veel bijbelkennis. De kinderen van Tiemen doen enthousiast mee in het jeugdwerk; iedereen vindt het een fijn gezin. Toch kreeg hij iets minder stemmen. Een jaar later missen ze Tiemen zo nu en dan in de kerk. De verschillende gezinsleden beginnen steeds over de lauwheid bij de kerkgangers. Uiteindelijk stappen ze over naar een evangelische gemeente. Als Wim dat hoort, voelt hij zich erg teleurgesteld. Hij weet niet wat hij ervan moet zeggen. Ze zullen hem ook wel lauw vinden. In ieder geval is hij zelf wel blij dat hij in zijn eigen gemeente elke zondag het Evangelie mag horen. Hij weet zich welkom bij God.
Introvert
Tegen dit verhaal is in te brengen dat het is samengesteld uit stereotypen. Toch gaat dit over werkelijke mensen, die op een onopvallende manier leven vanuit de zondagse verkondiging van het Woord. Als predikant ben je bevoorrecht dat je in het pastoraat ook die stille luisteraars beter kunt leren kennen.
Met het verhaal over Wim vraag ik om erkenning voor dit type broeders en zusters. De waardering voor gemeenteleden lijkt wel eens sterk af te hangen van de mate waarin zij deelnemen aan kerkelijke activiteiten buiten de eredienst. Alsof je pas echt meetelt wanneer je je zegje doet op een kring, of wanneer je meehelpt om de gemeentedag te organiseren. Alsof dat meer zegt over je christen-zijn dan trouwe kerkgang.
Begrijp me niet verkeerd: het kringwerk waarin samen over de Bijbel wordt gesproken, is in de regel heel waardevol. Het kan opbouwend zijn voor de onderlinge band en het persoonlijk geloof. Verder is het heel fijn wanneer velen zich inzetten voor allerlei activiteiten. Het is ook hard nodig dat er vrijmoedig wordt verteld over het concrete leven met de Heere. Dit alles hoeft alleen geen uniform te zijn dat iedereen aantrekt.
Van gemeenteleden die we ‘alleen maar’ op zondag in de kerk zien, kunnen we niet zomaar oordelen dat zij minder betrokken zijn bij Gods Koninkrijk. Er zijn ook mensen zoals Wim. Gesterkt door de prediking geven zij gestalte aan hun christen-zijn in hun werk en gezin. Ook introverte types kunnen door genade vrucht voortbrengen voor God. Met hun trouw, geduld en liefde dragen juist zij niet zelden bij aan de stabiliteit van de gemeente.
Pijnlijk
Als contrast in het verhaal is er het gezin van Tiemen. In werkelijkheid ligt het met mensen die overstappen naar een andere kerk vaak genuanceerder of zelfs totaal anders. Anderzijds lijkt er een patroon te zijn dat in hervormde gemeenten overal herkenning oproept. Bij tijden vertrekken er actieve, zelfbewuste gemeenteleden voor wie het gras elders groener is. Ze willen het contact graag goed houden, maar komen er toch achter dat hun overstap iets van verwijdering geeft.
De achtergebleven gemeenteleden vragen zelden naar hun motivatie. Dat is goed verklaarbaar. Het vertrek van betrokken kerkgangers is voor de gemeente immers pijnlijk en teleurstellend. Wat moet je ervan zeggen? Van iemand die eenmaal is vertrokken, hoef je niet opnieuw te horen waar het aan schort.
Ellendig
Hoe ga je verder? De HEERE heeft ooit gezegd dat Hij zal doen overblijven een arm en ellendig volk, dat vertrouwt op Zijn Naam (Zef.3:12). Als dit in de plaatselijke gemeente werkelijk zo is, zit je er nog niet zo slecht. Want de Heere Zelf gaat verder met allen die Hem verwachten.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 25 januari 2024. Neem een jaarabonnement(€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!