Doorzetten in de liefde
Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken. 1 Petrus 4:8
Bekend zijn de woorden die de apostel Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe: maar de meeste van deze is de liefde. Voor de gemeente van Korinthe is dit de grote les die ze meekrijgen. Zo geldt dat ook voor de gemeentes aan wie Petrus schrijft.
Voor alles is er de liefde. Die moet er zijn in de gemeente, die groep heeft Petrus op het oog wanneer hij het heeft over ‘elkaar’. Dat zijn die broeders en zusters die door God aan elkaar gegeven zijn. Petrus gebruikt in 1 Petrus 4:8 prachtige woorden, waarin we niet alleen horen over het gemeenteleven. Hierin klinkt ook het wonder van Goede Vrijdag terug.
In de kilte
Hoe bedoelt Petrus dat liefhebben? Het kan in onze oren zo bekend klinken. We leven in een tijd waarin liefde vooral een gevoel is. Gaat het daar dan om? Of de liefde wordt gebruikt om van alles toe te dekken, met een beroep op deze tekst. Ik kan deze tekst helaas niet eens meer lezen zonder daarbij te denken aan alle schandalen in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar bij verkeerd gebruik van Petrus’ woorden tiert de zonde welig verder. We moeten goed weten wat hij bedoelt.
We lezen over een vurige liefde. Dat betekent in de grondtaal een standvastige liefde, dat we doorzetten in de liefde. Het is geen liefde die drijft op het gevoel of afwachtend is. Het is een liefde die ook betoond wordt wanneer de macht van de zonde dreigend aanwezig is, een liefde die doorzet wanneer er zoveel verstikkende kilte is. Daarvoor heeft de Heere Jezus immers ook gewaarschuwd, de liefde zal verkillen. Is de Heere Jezus Zelf niet de blijvende Bron van deze liefde? De onmetelijke liefde van de Heiland is in de kilte van het lijden en sterven nog wel het meest vurig. We zien dat aan de liefde waarmee Hij bad voor Zijn discipelen en Zijn gemeente en aan de liefde waarmee Hij door bleef lijden op de weg naar Golgotha toe. Wat een standvastigheid, wat een vurige liefde. Die was daar niet uit te blussen, niet door Gods toorn over de zonden, niet door de helse pijnen of door de bespottingen van mensen. Het is die liefde, waarvan Petrus in die laatste dagen heeft gehoord van de Heere Jezus, waarmee de gemeente getekend moet worden. ‘Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben.’ (Joh.13:34)
Blusdeken voor de zonde
Het is bij Goede Vrijdag het meest zichtbaar wat de woorden betekenen die Petrus eraan toevoegt. De liefde zal een menigte van zonden bedekken. Dat wil niet zeggen dat de zonden in de doofpot worden gestopt, of dat ze worden toegedekt. Petrus verwijst hiermee naar Spreuken 10:12: ‘Haat wekt twisten op, maar liefde bedekt alle overtredingen.’ De liefde werkt dus het tegenovergestelde van de haat. De haat laat de zonde om zich heen grijpen, totdat iedereen aangestoken is. De liefde werkt als een blusdeken voor de zonde. Wanneer de liefde de zonde overkoepelt, roept ze de zonde een halt toe. Zo werkt Christus’ zondaarsliefde toch? Wie daarin het leven vindt, die kan niet meer doorgaan met zondigen. De liefde die de Heere Jezus toont, vergeeft niet alleen, het roept de zonde een halt toe. Werkt dat zo in ons leven?
Een goede richtlijn
Blijkbaar was die liefde soms ver te zoeken in de gemeentes waaraan Petrus schrijft. Ze moeten er weer bij bepaald worden. Zo kan het er in de gemeente vandaag de dag ook heel laag bij de grond aan toegaan, in plaats van het hoog hemelse leven waar de Bijbel over spreekt. Dat is helaas de bittere realiteit van het leven in de laatste tijd. Laten we des te meer hunkeren naar de wederkomst. Petrus heeft dan wel een goede richtlijn. Laat de zonde van kleingeestigheid, partijzucht, ruziemakerij enz. niet de vrije loop. Dat kan een gemeente verlammen. Door de liefde kan echter de zonde een halt worden toegeroepen. De liefde is het beste wat de Heilige Geest ons kan schenken.
Zie daarom op Christus, hoe Hij de zonde verzoend heeft in Zijn kruisdood. Liefde kennen we allemaal. Maar het is zo moeilijk om met een vurige, een standvastige liefde lief te hebben. Dat kan alleen wanneer we leven vanuit Goede Vrijdag en Pasen. Dan zing je ervan:
Mijn Jezus ik houd van U,
ik noem U mijn Vriend.
Want U nam de straf op U
die ik had verdiend.
De grote Verlosser,
mijn Redder bent U;
’k Heb van U gehouden,
maar nooit zoveel als nu.