Landbouw in Burkina Faso
In de vijftig jaar van haar bestaan is Woord en Daad erop gericht om vanuit bijbels perspectief mensen van over de hele wereld te verbinden in hun strijd tegen armoede. In de periode 1992-1998 was ik als veldwerker in dienst van Woord en Daad, in Burkina Faso.
Mijn vrouw en ik hadden het verlangen werkzaam te worden in het zendings- of ontwikkelingswerk. Na stages te hebben gelopen in Kenia en Oeganda via de GZB en na afronding van de opleiding tropische bosbouw, gingen wij ons voorbereiden op ons werk in Burkina Faso.
Normen en waarden
Tot onze voorbereiding behoorde onder andere enkele weken vooropleiding in het Hendrik Kraemer Instituut (HKI) te Oegstgeest. De praktijkverhalen en gesprekken met oud-veldwerkers spraken ons erg aan. Hoe leerzaam was bijvoorbeeld de eenvoudige oefening om een top 10 op te schrijven van normen en waarden waarmee je opgegroeid bent. Boven aan het lijstje staan dan dingen als ‘de waarheid spreken’ en ‘op tijd komen’.
De rector van het HKI, dr. Hans Visser, zelf oud-veldwerker van de GZB in Kenia, wist met de nodige humor uit te leggen dat onze top 10 zo ongeveer het omgekeerde lijstje was dan dat van een Afrikaan. De waarheid spreken? Dat hangt toch echt af van de situatie. Op tijd komen? Waarom zou je dat doen als je onderweg juist een goed gesprek hebt met iemand die je al lang niet hebt gezien?
Landbouwprogramma
Woord en Daad had contact met Moïse Napon, een geboren Burkinabé, die bezig was met het opzetten van een nieuwe organisatie in Burkina Faso. Dit is de organisatie CREDO geworden, tegenwoordig een organisatie van grote betekenis in Burkina Faso. Woord en Daad werkt hier nog steeds nauw mee samen. Destijds zocht Moïse een goed landbouwproject op te zetten, met als gedachte dat de voedselvoorziening in eigen land misschien noodhulp overbodig kon maken. In de jaren zeventig had Opper-Volta, zoals Burkina Faso tot 1984 heette, namelijk met zeer grote droogte en voedseltekorten te maken gehad.
Ons werkgebied was gelegen in het zuiden van Burkina Faso, een bebost savannegebied ter grootte van ongeveer een derde van Nederland. Asfaltwegen waren er niet, internet al helemaal niet. Een telefooncentrale was er wel: in de stoffige provinciehoofdstad Léo was een kantoortje met een soort van stoppenkast-met-snoeren. Een erfenis uit de koloniale tijd denk ik, zo eentje van ‘verkeerd verbonden’. Onze opdracht was in dit deel van Burkina Faso een landbouwprogramma in de benen te zetten, gericht op voedselzekerheid.
Behoeften
De visie op ontwikkelingswerk in die tijd werd vaak weergegeven met het Chinese spreekwoord: ‘Geef een man een vis en hij heeft eten voor één dag. Leer een man vissen en hij heeft eten voor heel zijn leven. En hoeft hij elke dag ook geen vis meer te eten.’
Dankzij mijn vooropleiding en de stages in Kenia en Oeganda wist ik dat landbouwwerk alléén niet veel zin zou hebben. Leven in armoede betekent immers te kort aan van alles en nog wat. En wat te doen als er geen schoon drinkwater is? Daarom hebben we eerst aansluiting gezocht bij de behoeften van de mensen. Thema’s als gezondheidszorg, beschikbaarheid van medicijnen, schoon drinkwater, lager onderwijs en voedselzekerheid waren de bouwstenen voor een totaalpakket ontwikkelingswerk.
Vliegwieleffect
Onze bijdrage heeft bestaan uit het opzetten van landbouwonderwijs. We werkten hierbij nauw samen met een bijbelschool in de regio en met de oudsten uit de lokale dorpen: via deze netwerken werden gezinnen gekozen die een jaar lang gewoon praktisch meewerkten op onze landbouwschool. We hadden een lesprogramma ontwikkeld, waarbij ook aandacht was voor zaken als het verbouwen van groenten, het zelf opkweken van boompjes, hygiëne en gezondheidszorg. Bijbelstudies en dagopeningen behoorden tot het dagelijks programma.
Na afloop van het jaar op de landbouwschool ging het gezin terug naar zijn eigen dorp en maakte het deel uit van een netwerk van landbouwvoorlichting. Dankzij ondersteunende projecten als de verkoop van groentezaden, het verstrekken van een lening voor ossen-met-ploeg of voor micro-krediet (om een klein handeltje te beginnen), kon zo een heel vliegwieleffect in gang worden gezet.
Zin
Toen ik jaren later Burkina Faso bezocht, heb ik gezien dat investeren in onderwijs en in onderlinge samenwerking een erg goede investering is geweest. Naast het verbouwen van groenten en gewassen en het houden van vee voor eigen gebruik werden er ook producten op de lokale markt verkocht. Het landbouwonderwijs heeft zin gehad.
Los van het werk dat we hebben mogen doen, kregen we vaak terug dat het erg gewaardeerd werd dat we er wáren, in goede en slechte tijden. Dat we deel uitmaakten van de samenleving, hoe primitief ook in onze ogen en hoe anders je als blanke toch bent en blijft.
Anders kunnen denken
Onze tijd in Burkina Faso is voor ons van grote betekenis geweest voor ons verdere leven. Elke dag denk ik eraan en regelmatig spreken we erover: het zit in mijn hoofd en in mijn hart. De levensles uit het HKI over de top 10 normen en waarden is beleefd en geleerd in Burkina Faso en het heeft ons leven verrijkt. Je ontwikkelt als het ware de competentie ‘leer kijken naar jezelf en naar je eigen cultuur door de bril van een ander’. Het heeft me geholpen in het kerkenwerk waaraan ik jaren heb mogen bijdragen als ouderling, als lid van het breed moderamen van de classis Zwolle en als lid van de generale synode van de Protestantse Kerk. Ook in mijn dagelijks werk als wethouder is het ‘anders kunnen denken’ en het kunnen omgaan met andersdenkenden van grote waarde. De auto wassen met drinkwater voelt nog steeds niet goed.
Als nuchtere Hollanders kunnen we zoveel leren van onze Afrikaanse medemens: hoe sterk zijn ze in het verwerken van tegenvallers, hoe groot is vaak hun Godsvertrouwen. En hoeveel respect hebben Afrikanen bijvoorbeeld voor ouderen – een bejaardentehuis krijg ik trouwens nog steeds niet uitgelegd – en nemen ze de tijd voor sociaal contact.
Tussen de mensen
In deze wereld vol armoede en onrecht streven naar het zichtbaar maken van tekenen van Gods komende Koninkrijk is de kern van het werk van Woord en Daad. Dat werk heeft zin. Zowel Woord en Daad als CREDO is enorm gegroeid in omvang van organisatie en ook in betekenis. Burkina Faso is inmiddels een voor ons onveilig land geworden vanwege terrorisme. Recent sprak ik mijn vriend Josias Sanogo uit Burkina Faso. Hij is predikant en tevens directeur van CREDO. Josias vertelde dat hij onderweg was aangehouden door terroristen. Ze hielden hem onder schot en vroegen: ‘Wie ben je? En wat doe je?’ waarop hij had gezegd: ‘Ik ben een dominee en ik ben onderweg. Als je me nu doodschiet, ben ik alleen maar eerder thuis…’
Dit voorval leert mij weer wat onze plek als christen is en wat de plek van Woord en Daad is: tussen de mensen en dicht bij God.