Kleine verschillen
In de ogen van God doet leeftijd er niet toe. God overschat ons niet, maar onderschat ons ook niet
Een paar weken geleden ging ik voor in Langerak, de gemeente waar ik als predikant begonnen ben. Nu de gemeente vacant is, was mij gevraagd om tijdens de dienst de doop te bedienen aan een van de kinderen van de gemeente. Dat was lang geleden voor mij, want in mijn rol als theoloog aan de universiteit komt het niet zo vaak meer voor dat je voorgaat in een doopdienst.
Doopdiensten heb ik als predikant altijd een van de mooiste diensten gevonden: zichtbare verkondiging van Gods verbond, terwijl wij – als zuigeling – nog van niets weten. Het zinnetje uit het oude doopformulier is toch wel raak geformuleerd: zonder te weten heb je deel aan de verlorenheid en zonder te weten deel je in de toezegging van de belofte.
Eerder dit jaar was ik als examinator betrokken bij de beoordeling van een proefschrift aan een universiteit in Noorwegen. Het onderzoek ging over de vraag hoe predikanten in hun preken kinderen betrekken bij het Evangelie. De onderzoekster had een speciale activiteit van de Noorse kerk bestudeerd: een weekend voor kinderen, waarbij de predikant op zondag een speciale preek voor de kinderen houdt.
Een van de opvallendste uitkomsten van dat onderzoek is de volgende paradox: voorgangers overschatten én onderschatten kinderen. Aan de ene kant verwachten zij veel van kinderen en stellen ze – naar het Evangelie – kinderen als voorbeeld voor volwassenen. Tegelijkertijd zie je dat kinderen ook voortdurend onderschat worden: zij moeten nog veel leren en zij zijn in hun geloof nog niet zo ver als volwassenen.
In een doopdienst realiseer je je opnieuw dat niet alleen verschillen tussen rijk en arm, tussen hoog- en laagopgeleid, tussen man en vrouw, maar ook tussen kind en volwassene kleiner gemaakt worden. In de ogen van God doet leeftijd er niet toe. God overschat ons niet, maar onderschat ons ook niet. Wij zijn niet té verloren of té onwetend om ons toch Zijn genade toe te zeggen.
Vanuit de doop ligt er een mooie agenda op tafel voor preken, voor gemeentewerk en voor relaties tussen de generaties: waar overschatten of onderschatten we elkaar?